weleer een Adelijke Hofstede, in het Baljuwschap van Delfsland, digt onder de Stads Vesten, buiten de School Poort geleegen. Dit huis werd, in der tijd, bezeten bij het Edel Geslacht van ALMONDE; als den eersten Bezitter daar van vindt men gemeld Heer JACOB VAN ALMONDE, waar van wij reeds gesproken hebben.
Deeze zonder mannelijk oir stervende, werd zijne eerste Dogter, MARIA VAN ALMONDE, Vrouwe van Altena, en bracht het, door haar Huwelijk met den Heer GEORGE DE BIJE, Thesaurier-Generaal der Vereenigde Nederlanden, en eersten Rekenmeester in ‘s Hage, in ’t Geslacht van de Bije over.Opdat dit Huis niet tot een verblijf voor de Spanjaarden zou dienen, werd het, in de Nederlandsche beroerten, afgebrooken en verbrand; doch in beter en latere tijden, is het, door den gemelden Thesaurier DE BIJE , weder opgebouwd, en lang in een aanzienlijken staat onderhouden. In vervolg van tijd heeft het de vernedering ondergaan, dat het tot een Herberg verhuurd is, waar toe het nog dient.
Zie BLEISWIJK, Beschrijving van Delft, I. Deel; GOUDHOEVEN; VAN LEEUWEN; JUNII Batavia.