Binnen de grenzen van Europa liggen enkele zg. miniatuurstaatjes. Het kleinste van die staatjes is Vaticaanstad in Rome, dat slechts een halve vierkante kilometer in oppervlak is.
Vaticaanstad dankt zijn naam aan de heuvel, waarop het is gebouwd. Hoofd van deze lilliputstaat is de Paus, de leider van de rooms-katholieke kerk. Voor het dagelijks bestuur van zijn ‘land’ benoemt hij een gouverneur.Vaticaanstad ligt binnen de grenzen van de stad Rome en vormt daarin dus een enclave. Er wonen slechts iets meer dan 1000 mensen. Toch is het er altijd zeer druk als gevolg van het bezoek van toeristen en pelgrims. Vaticaanstad bestaat, behalve uit het paleis van de Paus, uit een aantal wereldberoemde gebouwen. Het bekendste ervan is de St. Pieter, het belangrijkste kerkgebouw van de rooms-katholieke kerk.
De ingang van het St. Pietersplein bevindt zich op de grens van Vaticaanstad.
Vaticaanstad is het laatste overblijfsel van de soevereine pauselijke bezittingen op Italiaans grondgebied. De rest ervan ging in de 19e eeuw verloren tijdens de strijd om de eenheid van Italië. Tot 1870 regeerde de Paus over de gehele stad Rome. Die stad lag in het toen pas gestichte koninkrijk Italië. Omdat de Paus weigerde de aangeboden garanties van de nieuwe Italiaanse staat te aanvaarden, drongen de Italiaanse legers het pauselijke grondgebied binnen en hielden pas halt bij de muren van het Vaticaan. Tot 1929 beschouwden de Pausen zich als de gevangenen van het Vaticaan, dat ze nimmer verlieten.
In 1929 echter sloten Paus Pius XI en Benito Mussolini het zg. Verdrag van Lateranen. Bij dit verdrag ontstond de zelfstandige staat Vaticaanstad: een gebied, dat onderworpen is aan het gezag van de Paus en waarin de Italiaanse overheid niets heeft te vertellen. Het kleine staatje heeft een eigen PTT, eigen geld, een eigen vlag en zelfs een eigen radiozender.