Een gebied dat aan drie zijden door zee is omgeven noemt men een schiereiland (schier d.i. bijna). Toch zijn er gebieden waarbij dit wel het geval is, maar die te groot zijn om ze de naam schiereiland te geven (bijvoorbeeld Indië, Arabië).
De invloed van de zee moet namelijk tot in het binnenland merkbaar zijn.
De continenten op het zuidelijk halfrond hebben bijna geen schiereilanden. Dit in tegenstelling tot Europa, Azië en Noord-Amerika, die door hun grillige vorm talrijke schiereilanden vormen.
Bekende Europese schiereilanden zijn het Scandinavisch schiereiland (Noorwegen, Zweden en Denemarken), het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal), Italië en Griekenland. Azië heeft vier grote schiereilanden: het Arabisch schiereiland, Maleisië, India en Korea. In groter verband gezien zou geheel Europa zelfs beschouwd kunnen worden als een schiereiland van Azië. De bekendste Noordamerikaanse schiereilanden zijn Florida en Yucatan, die tezamen met het eiland Cuba bijna de Golf van Mexico afsluiten.