Enkele jaren voordat Columbus Amerika ontdekte, begon de Portugese ontdekkingsreiziger Bartholomeus Dias aan een reis langs de westkust van Afrika. Dias bereikte de uiterste zuidpunt van dat werelddeel en ontdekte, dat het mogelijk was om die punt heen te zeilen.
Die ontdekking betekende goed nieuws, omdat iedereen in die dagen zocht naar een zeeweg naar Indië. Of met andere woorden: naar een gemakkelijke route om zijde en specerijen uit het Verre Oosten naar West-Europa te brengen.Dias keerde naar Portugal terug om verslag uit te brengen aan zijn koning. Hij schonk de vorst een kaart, die hij tijdens de reis getekend had. Op die kaart was aan de uiterste zuidpunt van Afrika een kaap getekend, die Dias Kaap Storm had genoemd in verband met het slechte weer, dat hij er ontmoet had. De koning, die dolgelukkig was met de nieuwe kans Indië over zee te bereiken, stelde echter voor de nieuwe kaap ‘Kaap de Goede Hoop’ te noemen. Die naam is de kaap sindsdien blijven houden, al korten zeelieden de naam vaak af tot het eenvoudige ‘de Kaap’.
Bij Kaap de Goede Hoop ligt een vreemde, afgeplatte bergtop, die ‘Tafelberg’ genoemd wordt. Om zijn vorm maar ook om de witte wolk, die de platte top vaak als een tafellaken bedekt.
Kaap de Goede Hoop bleek later niet de zuidelijkste punt van Afrika te zijn. Kaap Agulhas, bijna 200 kilometer oostelijker, bleek nog zuidelijker te liggen.
Tien jaar na Dias’ ontdekking rondde zijn landgenoot Vasco da Gama voor het eerst Kaap de Goede Hoop en bereikte tenslotte India. Tot de opening van het Suezkanaal bleef de route via Kaap de Goede Hoop de kortste om over zee het Verre Oosten te bereiken.