Op kleinere landkaarten lijkt het wel eens of Hongkong deel uitmaakt van het grote Chinese vasteland. In werkelijkheid is dat niet zo.
Hongkong is een Engelse Kroonkolonie die in het noorden aan Rood-China grenst en betrekkelijk dicht bij Kanton ligt, de grootste zuidelijke stad van Communistisch China. Hoewel Hongkong betrekkelijk klein is, is de kolonie een belangrijk steunpunt van Engeland. Het gebied bestaat uit drie delen. Twee ervan, het schiereiland in het noorden en het eiland Hongkong, zijn al sinds de achttiende eeuw in Britse handen. Grote veerboten vervoeren elke dag honderden mensen tussen deze twee delen van de Kroon- kolonie, die ongeveer 1500 meter van elkaar verwijderd liggen. Het derde deel van Hongkong is een gebied in de buurt van het schiereiland, dat de Engelsen in 1898 voor 99 jaar van de Chinezen huurden.
Hongkong heeft ongeveer 3½ miljoen inwoners, die voor een deel bestaan uit vluchtelingen uit Rood-China. Zowel de hoofdstad Victoria als Kowloon grenzen aan de beroemde haven van Hongkong, die diep genoeg is om zelfs de grootste oceaanreuzen te ontvangen. Grote en kleine schepen uit de verste delen van de wereld hebben Hongkong tot een handelsstad van internationale betekenis gemaakt, waarin duizenden Engelsen en honderdduizenden Chinezen hun brood verdienen.