De galago is familie van de aap en wordt in de vrije natuur uitsluitend aangetroffen in Afrika. Er bestaan 3 galagosoorten; de grootste ervan heeft de omvang van een kat; de kleinste is kleiner dan onze eekhoorn.
Afrikaanse inboorlingen noemen de kleinere galagosoorten ‘bush babies’ (= bosbabies).Galagos zijn aardige dieren met een zachte pels, een ruige staart, grote oren en opvallend grote ogen. Vooral die ogen zijn merkwaardig. De galago kan ze niet bewegen en daarom moet hij zijn gehele hoofd bewegen als hij opzij wil kijken.
De galago is zeer snel en heeft echte klimpoten.
De grote ogen maken eigenlijk al duidelijk, dat de galago ’s nachts op zoek gaat naar voedsel. Het dier leeft van fruit en insekten. Overdag rolt het diertje zich op in een boom. Een dierenliefhebber, die een galago jarenlang als huisdier had, heeft verteld dat zijn exemplaar zich elke morgen in een krant rolde en dan sliep tot de schemering inviel. Galago’s zijn gemakkelijk als huisdier te houden. Ze zijn echter niet zo slim als hun pientere ogen zouden doen vermoeden. Om iets nieuws te leren kennen, willen ze er het liefst op kauwen; zelfs op de oren en vingers van hun baas!
Galago’s zijn moeilijk te vangen. Ze bewegen zich zeer snel voort; op de bodem als kleine kangoeroes en in de bomen als eekhoorns. Waar een galago zich ’s nachts bevindt is wél gemakkelijk te bepalen. Hun merkwaardige ‘jachtkreten’ behoren tot de gewone geluiden van de Afrikaanse nacht.