Iedereen heeft wel eens een gal in de vorm van een galappel gezien: vreemde, kogelvormige uitwassen, die bijvoorbeeld heel vaak aangetroffen worden op de bladeren van de eik. De galappel op het eikeblad wordt veroorzaakt door de zg. galwesp; andere veroorzakers van gallen zijn muggen, bladluizen, mijten en schimmels.
Over de gehele wereld verspreid zijn ongeveer 1500 verschillende soorten gallen aangetroffen. Wie de gal veroorzaakt heeft, kan gewoonlijk al vastgesteld worden aan de hand van de vorm van de uitwas. Elke insekt veroorzaakt een galsoort, die niet gemakkelijk met een andere verwisseld kan worden. Sommige gallen zijn glad, andere ruw van oppervlak; sommige staan alleen; andere schijnen in trosjes bijeen te groeien. Verscheidene galsoorten worden uitsluitend aangetroffen op een bepaalde plantensoort. Vele galwespen bijvoorbeeld veroorzaken uitsluitend gallen op eikebladeren; andere insekten zoeken voor hun werk de bloemen, bladeren, wortels of takken van een heel speciale plant uit.
Een gal ontstaat doordat het plantenweefsel beschadigd of geïrriteerd wordt. Een galwesp bijvoorbeeld legt een ei in de nerf van een eikeblad. Daaruit komt een wormachtige larve te voorschijn, die van het blad begint te eten. Tegelijkertijd scheidt het diertje een vocht af, dat het blad irriteert.Op deze plaats begint het eikeblad sneller te groeien tot het tenslotte de larf bedekt heeft met een bolvormige uitwas. Het dier is nu omringd met een hoeveelheid planteweefsel, dat het insekt zowel tot voedsel als tot bescherming dient.
In de meeste gevallen veroorzaakt een gal geen schade aan de plant.