De chinchilla is familie van de rat, de muis, de eekhoorn en de marmot; ze behoort tot de groep van de knaagdieren en komt oorspronkelijk uit het berggebied van Zuid-Amerika.
Wilde chinchilla’s zijn er bijna niet meer. Ze zijn praktisch uitgeroeid omwille van hun prachtige pelzen, die dik en zacht zijn en parelgrijs van kleur. Tegenwoordig worden de dieren, eveneens om hun pels, gefokt op grote chinchillafarms - net als marters, nertsen en zilvervossen.
Wilde chinchilla’s zijn schuwe dieren, die pas in de schemering tevoorschijn komen en bij het minste onraad wegduiken in hun rotsholen - om dan al gauw weer tevoorschijn te komen, gedreven door een onbedwingbare nieuwsgierigheid. Zoals alle knaagdieren voeden de chinchilla’s zich met planten, graan, fruit, wortels en noten. Evenals eekhoorns en hamsters eten ze in zittende houding, waarbij.ze hun voorpoten gebruiken om het voedsel vast te houden.
Ook in Nederland zijn de laatste jaren verschillende chinchillafarms gesticht. Het bont van deze bedrijven wordt meestal uitgevoerd naar het buitenland.