In de bodem van de aarde zit meer aluminium dan enig ander metaal maar goed honderd jaar geleden had nog niemand ooit aluminium gezien. Goud bijvoorbeeld is veel zeldzamer, maar toch wordt het al duizenden jaren lang gebruikt.
Het raadsel is gauw opgelost als men weet, dat aluminium nooit in zuivere vorm wordt aangetroffen; het is altijd vermengd met andere materialen. Alle klei bijvoorbeeld bevat een royale hoeveelheid aluminium; de meeste steensoorten eveneens. De moeilijkheid is echter, dat het tot de vorige eeuw bijna onmogelijk was om dat aluminium vrij te maken. Honderd jaar geleden bijvoorbeeld kostte een kilo van dit metaal nog 700 gulden en hoewel de prijs langzamerhand zakte, bleef aluminium toch nog lange tijd té duur om in het dagelijkse leven gebruikt te kunnen worden. Een grote aluminiumproduktie werd pas mogelijk toen in 1886 twee geleerden gelijktijdig ontdekten, hoe men aluminium langs electrische weg kan vrijmaken: de Amerikaanse student Charles Hall en de Fransman Paul Héroult. Aan het einde van de tweede wereldoorlog maakte de Amerikaanse aluminiumindustrie alleen al een miljoen ton aluminium per jaar.
De prijs was toen gedaald tot iets meer dan 50 cent per kilo. Aluminium wordt tegenwoordig hoofdzakelijk gemaakt uit bauxiet, een roodbruine delfstof, die o.a. een van de belangrijkste produkten vormt van ons rijksdeel Suriname. Aluminium is licht en sterk; het roest niet en het kan in allerlei vormen worden gegoten.