Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

LOSSER

betekenis & definitie

Hebr. gō’ēl, de naaste mannelijke bloedverwant, die de plicht heeft het grondbezit van zijn naaste familielid, wanneer dit bezit door verkoop in vreemde handen geraakt is of ook dit familielid zelf, wanneer het zich uit armoede heeft moeten verkopen, te lossen. Trouwens, dit lossen was een handeling, die ook voorkwam bij de eerstgeborenen, zie het desbetreffende art.

Wanneer de l. de bloedwraak was opgedragen, noemen wij hem: de bloedwreker, zie Bloedwraak. Zie de bepalingen betreffende de l. Lev. 25 : 23—28, 47—55; Num. 5 : 8. In overdrachtelijke betekenis wordt het woord gō’ēl gebruikt ten opzichte van een koning, Ps. 72 : 14, en ten opzichte van God, Job 19 : 25; Ps. 19 : 15; Spr. 23 : 11.

< >