Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie A
- agglomeratieraad
- agile
- agnost
- agnoste
- agnostica
- agnosticus
- agnostisch
- agoog
- agrariër
- agrarisch
- agrarisch natuurbeheer
- agrarische samenleving
- agressiecoach
- agressieharnas
- agressiespoorlijn
- agressietraining
- agressietrein
- agressieveling
- agro-industrie
- agropark
- agroproductiepark
- agrotoerisme
- agrotoerist
- ah en oh
- aha-effect
- aha-erlebnis
- aha-ervaring
- ahob
- ahum
- aidocratie
- aids
- aidsactivist
- aidsambassadeur
- aidspatiënt
- aidsremmend
- aidswees
- aikidoschool
- aio
- airbag
- airbaghelm
- airhostess
- airplay
- airporttax
- airsoftwapen
- airstrip
- AIVD
- AIVD'er
- Ajacied
- ajb
- ajinomoto
- aju
- aju paraplu
- ajuin
- ajuus
- aka
- akanswari
- akela
- akelei
- akelig
- akelig worden van iets of iemand
- akkerbouwer
- akkerbouwproduct
- akkerhommel
- akkoord
- aks
- akte van abdicatie
- al eeuwen
- al zijn eieren in een mand leggen
- alaam
- alakondre
- alarmbel
- alarmbelprocedure
- alarmkreet
- alarmnummer
- alarmpieper
- alarmzuil
- alatapepre
- Albanees
- Albanese
- albatros
- albino
- album
- albumine
- alcohol
- alcoholarm
- alcoholbaby
- alcoholband
- alcoholblokkade
- alcoholbus
- alcoholicus
- alcoholist
- alcoholkliniek
- alcoholofiel
- alcoholpoeder
- alcoholpoli
- alcoholpolikliniek
- alcoholpop
- alcoholpreventie
- alcoholslot
- alcoholtoerisme
