Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie A
- apotheekhoudende huisarts
- apotheker
- apothekersassistent
- app
- apparaat
- apparatuur
- appartement
- appartementsgebouw
- appbericht
- appel
- appelaar
- appelbacove
- appelbeignet
- appelblauwzeegroen
- appelbloedluis
- appelboom
- appelcompote
- appelflap
- appelmoes
- appels en citroenen vergelijken
- appels en peren vergelijken
- appels met citroenen vergelijken
- appels met peren vergelijken
- appels voor citroenen verkopen
- appelsien
- appelsienenboom
- appelsienhuid
- appelsiensap
- appelsienschil
- appelstroop
- appeltaart
- appeltje
- appeltje der liefde
- appeltje-eitje
- appelvink
- appelwijn
- appen
- appendicite
- appendicitis
- appetijt
- appgroep
- Appingedammer
- Appingedamse
- applauskind
- applausvervanging
- applauswissel
- appliqueren
- appstore
- appwinkel
- apr
- april
- aprilavond
- aprilcijfers
- aprildag
- aprilgrap
- aprilmaand
- aprilmiddag
- aprilnacht
- aprilnummer
- aprilochtend
- apriltemperatuur
- aprilvis
- aprilweek
- aprilwind
- aprilzon
- aquacultuur
- aquaduct
- aquamarijn
- aquaplaning
- aquarium
- aquariumwater
- aquariuskind
- ara
- Arabische
- Arabische kameel
- Arabische luit
- arachnofobie
- arachnologie
- arachnologisch
- arachnoloog
- arafatsjaal
- arbeiden
- arbeiden in Gods wijngaard
- arbeider
- arbeider in de wijngaard des Heren
- arbeidershuis
- arbeiderskind
- arbeiderswoning
- arbeidsauditoraat
- arbeidsbesparend
- arbeidsdag
- arbeidsdeskundige
- arbeidsgebonden
- arbeidsgeneesheer
- arbeidsmarktgericht
- arbeidsomstandighedenwet
- arbeidsonbekwaam
- arbeidsonbekwaamheid
- arbeidsongeluk
- arbeidsongeschiktheidsregeling