Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

aprilzon

betekenis & definitie

zon in april.

licht en warmte van de zon in april.
Vaak ook in de verkleiningsvorm, voorafgegaan door een kenmerkend bijvoeglijk naamwoord.

Voorbeelden:
Maar het is dankzij de veel hogere zonnestand eind april toch een stuk aangenamer om in de zon te zitten als half oktober, als de zon nog maar net zo hoog staat als in de tweede helft van februari. Deze najaarszon bruint dan vrijwel niet meer, maar de late aprilzon des te meer!
http://www.meteonet.nl/index.html, 2000

Na de film stond ik met Bas nog even te genieten van het magnifieke uitzicht, op wat nu al het mooiste terras van Noord genoemd kan worden. Zelfs in de schaarse aprilzon waren alle tafels bezet.
http://www.ilovenoord.nl/index.php/2012/04/12/het-spannendste-stadsdeel-van-amsterdam/, 17 april 2012

< >