appelgebak in bladerdeeg.
zoet gerecht in de vorm van een driehoek dat wordt gemaakt van bladerdeeg, gevuld met een mengsel van blokjes appel, rozijnen, kaneel en suiker en wordt gebakken in de oven.
Voorbeelden:
De Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen hield haar jaarlijkse nieuwjaarsreceptie [...]. Na de koffie met knieperties en appelflappen hebben de dames hun krachten beproef op verschillende leuke spelletjes, ondertussen genietend van de lekkere hapjes en drankjes, die werden aangeboden.
Meppeler Courant, 1994
Ze schilderde, ze zong. En ze bakte. Wie bij haar over de vloer kwam, kon bij de koffie kiezen uit twee of drie soorten zoetigheid. De rijstvlaaien van Aimée. Haar mattentaarten, haar appelflappen, haar flan. Haar biscuit, met dikke lagen crème au beurre.
Joris Note, Het concert des levens, 1998
Wat dacht je trouwens van een cola en dan ijs, ijskoud? En warme appeltaart, of appelbol, of appelflap?
NRC, 1993