Het wonder van Chonae is een legende over hoe de aartsengel Michaël een kerk beschermde tegen de moedwillige verwoesting door de heidenen. De verering van Michaël is door deze legende al in de vierde eeuw aantoonbaar.
Het verhaal speelt in Klein Azie, in de plaats Chonae, een paar kilometer van Kolosse, waar Paulus de christenen vermaant de verering van engelen niet te overdrijven (Kolosenzen 4: 17). De priester Archippus had de leiding over een plaats waar Michaël werd aanbeden. Heidenen ergerden zich aan de kerk en zij trachtten de kerk te vernietigen door het omleggen van twee rivieren. Op het gebed van de priester verschijnt de aartsengel Michaël en slaat met zijn staf een gat in de grond. De rivieren storten in dit gat, worden onder de grond verder geleid en komen voorbij de plaats weer naar boven. Op deze wijze verhinderde de aartsengel schade aan de kerk.
Het Schilderboek van Athos beschrijft het tafereel: ‘Michaël behoedt zijn tempel voor overstroming door een vloedgolf: een tempel, waarin Archippus, een grijsaard met spitse baard; tegenover hem staat Michaël, die met zijn lans op het fundament van de tempel slaat en een rots splijt. Van boven komen twee rivieren, die zich voor de tempel verenigen en in de rotsspleet storten. Boven op de berg ruimen mensen met hakken en spaden de rivierbedding op’. Deze legende maakt van Michaël de schutspatroon van iedere kerk afzonderlijk.