Rood is de belangrijkste kleur in de icoonschilderkunst. Het Russische woord voor rood is krasniy, wat ook ‘mooi’ betekent. Rood is het symbool voor het nieuwe verbond van God met de mensen; daarom is het mandorla van Christus omgeven door een tweede rode ruitvormige of hoekige mandorla, waar de vier evangelisten in zijn afgebeeld.
Rood is ook de kleur van keizers: in Byzantium droeg alleen de keizer rode schoenen. Om haar goddelijke status te verduidelijken draagt ook de Moeder Gods op oude iconen rode schoenen. Rood is de kleur van de kleding van martelaren op iconen en verwijst naar het offer dat ze hebben gebracht in navolging van het bloed dat Christus heeft vergoten. Rood is ook de kleur van de serafijnen, wier liefde voor God als een eeuwig brandende vlam is. Het minerale pigment cinnaber is wellicht het mooiste rood in het palet van de oude iconenschilders. Het is een diepe maar toch heldere kleur, die onmogelijk te imiteren is door synthetische pigmenten. Andere rode pigmenten zijn vermiljoen, hematiet (gemaakt van ijzeroxide; levert een donkerrode kleur op).
