De ‘Lijkwade van Turijn’ is een doek met afdruk van wat geloofd wordt het lichaam van Christus te zijn. De lijkwade vertoont alle wonden van het lijden zoals dat in de evangeliën wordt beschreven: de geseling, de doornenkroon, de nagels van het kruis en de wond in de zijde.
Sommige details zijn met het blote oog te zien, andere kwamen tevoorschijn na de eerste foto’s die ervan genomen werden. Het is een object van verering maar ook een wetenschappelijk raadsel. Recente Carbon-14 testen hebben aangetoond dat het doek een veertiende eeuws product is. Bevind zich in Turijn. In mei 1898 werd de lijkwade van Turijn een week voor het publiek tentoongesteld. Er kwam in die ene week bijna een miljoen mensen op af. Eén van hen was de advocaat Secondo Pia, die als zoveel notabelen in die tijd fotografie als serieuze hobby beoefende. Hij kreeg als enige permissie om foto’s te maken van dit heilige linnen, dat door Jozef van Arimathea meteen na de kruisafname om het dode lichaam van Christus zou zijn gewikkeld.
Het gezicht van de Messias, op de lijkwade nauwelijks met het blote oog zichtbaar, werd op Pia’s glasnegatieven ineens helder en plastisch. Het oorspronkelijk negatief bleek vertaalbaar in een leesbaar positief; de fotograaf had een foto van het oudste negatief ter wereld gemaakt. Het mysterie over het ontstaan en de herkomst van de lijkwade van Turijn was hiermee niet ontsluierd, maar wel spectaculairder geworden. Tot op de dag van vandaag beweren sommige deskundigen dat de afdruk van Jezus’ lichaam op het doek door middel van een onbekend fotografisch procédé tot stand moet zijn gekomen.