Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Constantijn de Grote

betekenis & definitie

Constantijn de Grote (274-337) was een Romeins keizer van 306 tot 337. Constantijn was aanvankelijk een heiden en aanhanger van de zonnecultus. De datum van zijn bekering tot het christendom is onzeker.

Volgens de overlevering had hij een visioen van een kruis dat boven de zon stond, vergezeld van de woorden ‘In dit teken zult gij overwinnen’. De volgende nacht had hij een visioen van Christus die hem de betekenis van het visioen verklaarde. In het derde stadium had hij nog een droom, ditmaal aan de vooravond van de slag bij de Milvische brug. In deze droom werd hem verteld dat hij op de schilden van zijn manschappen het Christusmonogram moest aanbrengen, en gewapend met dit teken de strijd moest aangaan. Hij deed het en hij versloeg Maxentius. Vlak voor de Milvische brug moet hij gezien hebben hoe zich een kruis voor de zon plaatste, een verschijnsel dat hem ertoe bracht om het christendom in het hele rijk per edict toe te staan. In 313 vaardigde hij het edict van Milaan uit, waarbij het christendom staatsgodsdienst werd. Zijn bekering tot het christendom is een merkwaardige zaak. Opgevoed aan het hof van Diocletianus ten tijde van het hoogtepunt van de christenvervolgingen zou hij doordrongen geraakt zijn van de kracht van het christelijke geloof. Het verhaal gaat ook dat zijn moeder, Helena, al bekeerd was. Constantijn heeft individuele christenen en christelijke gemeenschappen bedolven onder gunsten, wat het aantal bekeerden zienderogen deed toenemen. Aanvankelijk stelde hij zich verdraagzaam op ten opzichte van de heidenen, maar later sloot hij tempels en confisceerde hun schatten en bande heidense offers uit. In 324 besloot Constantijn om Byzantium tot de hoofdstad van het Romeinse Rijk te maken. De plechtige inwijding vond plaats op 11 mei 330. Onder de talrijke door Constantijn gebouwde kerken zijn de basiliek van de H. Petrus (St. Pieter) in Rome, de kerk van de H. Irene en die van de Heilige Apostelen in Constantinopel, de Geboortekerk in Bethlehem en de basiliek van het Heilig Graf in Jeruzalem.