Andrej Bogoljoebski (de door God beminde) was een Russische vorst die in 1157 de Russische hoofdstad van Kiev naar Vladimir verplaatste, 185 km ten oosten van Moskou. Kiev verloor hiermee zijn superieure positie.
In 1165 werd in Vladimir een kerk gebouwd: ‘Schutsmantel van de Moeder Gods’ (Pokrov). Vorst Andrej Bogoljoebski schiep de feestdag en het beeldtype van de Moeder Gods Pokrov. Hij schreef niet alleen een eigen liturgische tekst, hij stelde zijn rijk onder de bescherming van het kleed van de Moeder Gods. Hiermee verdwenen, zij het langzaam, de nationale heiligen van Kiev, Boris en Gleb, uit het zicht. Eigenlijk was dit een beeldenstrijd die gevoerd werd. In Vladimir-Soezdal ontwikkelde zich hierdoor een heel eigen centrum van religieuze kunst. In deze school was de Griekse invloed groot. Byzantijnse vormgeving werd gehandhaafd, maar de emotionele aard van de Russische kunst werd zichtbaar in de expressievere kleuren.
