Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Asceet

betekenis & definitie

Een asceet (gr. beoefenaar) is iemand die zich alles ontzegt voor het geloof. Alle wereldse genoegens worden geweigerd; asceten vasten en bidden om dichter tot God te komen.

Ascetische heiligen hadden wel menselijke emoties, maar die overwonnen ze met hun geesteskracht. Ze bezaten apatheia, wat betekent dat ze vrij waren van menselijke passies en emoties. Zo wordt er van Theodora van Thessaloniki in haar biografie vertelt dat zij in hetzelfde klooster leefde als haar dochter, voor wie ze speciale aandacht had. De Abdis legde haar daarvoor een straf op die inhield dat ze vijftien jaar niet met haar dochter mocht praten; ‘na deze lange periode van stilte gaven moeder en dochter geen blijk meer van hun verwantschap’. Niet alleen beperkten asceten zich in emotionele zin, ook de fysieke onthouding was bepalend voor de asceet. Door het strenge vasten werden ze bijna levenloos en lichaamloos. Veel ascetische heiligen worden beschreven als ‘schaduwen’. Maar deze onthouding van de materiële wereld bracht de asceet de vrijheid van immaterialiteit: van vele asceten werd gezegd dat ze zichzelf konden laten zweven, of zelfs dat ze onzichtbaar konden worden. De heilige Nikon was volgens zijn biograaf in staat om door de lucht te reizen van Korinthië naar Argos en weer terug. In de biografie van de monnik Antonius de Jongere (geschreven in de negende eeuw) wordt het verhaal verteld van een bepaalde ascetische heilige die in staat was zichzelf onzichtbaar te maken. Op een dag verscheen hij voor Antonius, die alleen maar kon vaststellen dat de man er echt was door met zijn voet de zoom van zijn gewaad aan te raken. Verwonderd zei Antonius aan de onzichtbare man: ‘Werkelijk meester, als u het wenst kan iemand u zien, maar als u het niet wenst ziet niemand u’, waarop de asceet antwoordde: ‘En ben jij niet in staat dit te doen? Werkelijk, als jij dit nog niet hebt bereikt, dan ben je nog lang geen monnik’. Het hoogste doel van de ascetische heilige was zo immaterieel mogelijk te worden, te worden als engelen. De eerder genoemde heilige Nikon wordt door zijn biograaf beschreven als ‘op de grens tussen mens en engel, lichaamloos’. Veel ascetische heiligen zijn afgebeeld op iconen, vaak ten halven lijve, met in de linkerhand een schriftrol. De rechterhand maakt een zegengebaar. Karakteristiek attribuut is de rozenkrans, symbool van gebed.