Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Apatheia

betekenis & definitie

Apatheia betekent vrij zijn van menselijke passies en emoties. Het is een kenmerk van ascetische heiligen, die hun menselijke gevoelens overwonnen door hun grote geesteskracht.

In het Leven van de heilige Nikon van Sparta staat een ontroerend verhaal van de jonge Nikon die zijn familie definitief verlaat om te leven als een reizende asceet. Door een wonder kon hij een woeste rivier oversteken, terwijl zijn vader en broers, die hem achterna kwamen, op de oever achterbleven. Vanaf de overkant van het water kon Nikon zijn oude vader horen roepen en smeken om zijn terugkeer. De heilige, zo zegt de biograaf, was menselijk; hij hield van zijn vader. In antwoord op zijn vaders smeekbeden ‘draaide Nikon zich een beetje’ naar zijn vader en broers zodat ze zijn gezicht konden zien: ‘met zijn gezicht naar hen gekeerd boog hij zijn hoofd drie keer naar de grond, toen draaide hij zijn gezicht weg en keerde hen de rug toe’. Het was een kleine concessie van een ascetische man aan zijn familie. In de veertiende eeuw schreef de Byzantijnse dichter Manuel Philes een hymne:
Apatheia. Wanneer je een volledig passieloos mens bent geworden. Dan herleeft in wijsheid de begraven ziel. Want die zoekt het licht van de engelen. Nadat het stof van de passies en de duisternis is afgeschud.
Het verlangen dat uit dit hymne spreekt; te worden als engelen, is ook te vinden in afbeeldingen. In de late Byzantijnse kunst werden engelen soms als monniken weergegeven, met een habijt aan. Heiligen die apatheia bezaten, waren niet bang of beschaamd om naakt gezien te worden; naakte afbeeldingen van heiligen verwijzen naar dit concept. Simeon de nieuwe Theoloog schreef aan het eind van de tiende eeuw een hymne over zijn spirituele vader Simeon Eulabes, waarin dit duidelijk wordt:
Sint Simeon Eulabes, de studiet. Was niet beschaamd voor de ledematen van wie dan ook. Noch voor het zien van naakte mannen, of zelf naakt gezien te worden. Want hij bezat de gehele Christus en hij was zelf volkomen Christus. En al zijn ledematen en de ledematen van anderen, Iedereen was in zijn ogen als Christus. En hij bleef bewegingloos, onschuldig en zonder passie.