Begrippenlijst Hypotheken

Redactie Ensie (2016)

Gepubliceerd op 16-08-2016

Looptijd

betekenis & definitie

De looptijd van een hypotheek is de periode waarin een hypotheek volledig wordt afgelost. In de meeste gevallen is de looptijd 30 jaar, omdat dit de maximale periode is waarin woningeigenaren aanspraak kunnen maken op hypotheekrente aftrek. Door extra aflossing kan de looptijd van de hypotheek verkort worden.

Doordat binnen de looptijd van een hypotheek de volledige lening wordt afgelost geldt de regel dat hoe korter de looptijd is, hoe hoger het maandbedrag is. Dit is ook de reden dat een looptijd van 30 jaar het meest gangbaar is. Over deze periode zijn de maandlasten nog te overzien.

Het is theoretisch gezien nog mogelijk om een hypotheek af te sluiten met een langere looptijd dan 30 jaar, maar in dat geval is de hypotheekrente niet aftrekbaar van het belastbaar inkomen. Hierdoor pakt voor veel mensen een dergelijk lange looptijd financieel niet gunstig uit.

De maximale hypotheek wordt berekend op basis van het inkomen van de woningeigenaar. Door te kijken wat er maandelijks betaalt kan worden aan hypotheeklasten kan een hypotheekverstrekker inschatten hoe hoog de maximale hypotheek kan zijn. Wanneer een woningeigenaar kiest voor een kortere looptijd (dan bijvoorbeeld 30 jaar) daalt ook de maximale hypotheek, omdat er maandelijks meer afgelost moet worden op de hypotheek.

Bij de meeste hypotheekverstrekkers is het mogelijk om jaarlijks een bepaald percentage van de hypotheek boetevrij af te lossen (vaak 10-25%). Met deze aflossingen kan de looptijd van de hypotheek verkort worden zonder dat de maandelijkse lasten omhoog gaan. Lost men meer af dan het boetevrije percentage, dan rekent de hypotheekverstrekker een boetepercentage.