Wie bezwaar maakt tegen burgers of politici met een dubbele nationaliteit bedoelt daarmee meestal dat hun loyaliteit of integriteit niet is gegarandeerd. De discussie over dubbele nationaliteit, dubbele paspoorten, kan als een splijtzwam de burgers uit elkaar drijven. Er worden vaak drie begrippen door elkaar gehaald:
- Nationaliteit: welk paspoort heeft iemand?
- Loyaliteit: is iemand voldoende loyaal aan het land waar hij woont?
- Integriteit: kunnen we zo iemand wel vertrouwen of is de vijand onder ons?
Alle mensen hebben meervoudige loyaliteiten: met hun gezin, hun werk, hun geloof, hun land, hun etnische groep, etc. Spanningsvelden zijn daarbij normaal en alledaags. Veel Nederlanders zijn loyaal aan de USA. In de grensstreek is de loyaliteit met België en Duitsland groot. Veel joden en christenen voelen zich loyaal met Israël, etc. Loyaliteit aan het werk kan botsen met loyaliteit aan het gezin: wat doe je als je kind ziek is? Loyaliteit aan het geloof kan botsen met loyaliteit aan het werk (abortusarts, weigerambtenaar, werken op zondag). Het erkennen van spanningsvelden is een onderdeel van ieders professionaliteit. Het bezit van een extra paspoort is daarbinnen weinig belangrijk.
Diverse landen aanvaarden overigens niet dat ‘hun’ burgers ooit hun nationaliteit opgeven. Het is voor burgers onmogelijk afstand te doen van hun nationaliteit als zij komen uit bijv. Argentinië, Griekenland, Marokko of Mexico. Ongeveer een miljoen Nederlanders heeft een dubbele nationaliteit waarvan ongeveer de helft van Turkse of Marokkaanse afkomst. Er zijn ook duizenden geëmigreerde Nederlanders die hun Nederlandse nationaliteit hebben behouden.