Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Kapitaal

betekenis & definitie

Kapitaal - in den uitgebreidsten staathuishoudkundigen zin: alles wat bestaat ten nutte van den mensch en voortgebracht wordt boven hetgeen voor het verbruik noodig is. In engeren zin en meer overeenkomstig het spraakgebruik: de voorraad van goederen, hetzij die bestaan in gronden, geld, gereedschappen of andere goederen, of wel in gezondheid en kracht, in vlijt, in kennis en verstand. Deze voorraad van goederen, die het kapitaal vormen, kan tot tallooze onderdeelen herleid worden, doch wordt gewoonlijk hoofdzakelijk tot twee hoofdgroepen gebracht, het vaste kapitaal en het vlottend of bedrijfskapitaal. Tot het vaste kapitaal behooren alle grondeigendommen, huizen, fabrieken en werkplaatsen, de schepen met al hetgeen tot het schip zelf behoort van den reeder, de machines, werktuigen, gereedschappen van den fabrikant, van den landbouwer, van den werkman, het vee van den boer, de goederen welke de koopman steeds in voorraad moet houden, effecten en andere beleggingen, in het algemeen alle kapitalen, die niet onmiddellijk door den eigenaar tot de uitoefening van zijn bedrijf gebruikt worden.

Het bedrijfskapitaal is dat gedeelte van het vermogen, dat uitsluitend bestemd is om in het bedrijf te worden omgezet: de arbeidsloonen, de uitrusting van het schip, de brandstoffen, slijtage, reparatiën van fabrieken, werkplaatsen, enz., de grondstoffen die bewerkt moeten worden, het zaaikoren, de waren welke de boer of de koopman steeds koopt ter aanvulling van zijn voorraad en verder alle kapitalen, die uit den aard der zaak bestemd zijn om de uitoefening van het bedrijf mogelijk te maken, maar die tevens binnen korten tijd te gelde gemaakt, opnieuw tot hetzelfde doel kunnen worden aangewend.

— Caleb, R., Kapitalanlage u. Bankverkehr. Anleitg. z. sich. Vermögensanl. bes. in Hypotheken u. Wertpapieren. Stuttg., Muth. M 2.—. — Dernburg, B., Kapital und Staatsaufsicht. Finanzpol. Studie. Berl., E. Mittler & S. M 1.—. — Hilferding, R., Das Finanzkapital. Studie üb. die jüngste Entwicklg. des Kapitalismus, Wien, Wiener Volksbuchh. M 7.50. — Löwenfeld, H., Die Kunst der Kapitalsanlage. Berlin, S. Schottländers schles. Verlags-Aust. M 5.—; — Mayr, E., Kapitalbedarf u. Kapitalbeschaffg. d. Industrie in Mannheim, Ludwigshafen a/Rh. u. Frankenthal. Karls., G. Braunsche Hfbdr. M 5.—. — Obst, G., Kapitalanlage u. Vermögensverwaltung. Lpzg., C. Poeschel M 1.20. — Sigmund, A., Ratgeber f. Kapitalsanlage u. Kapitalsverwertg. Mit e. Darstellg. des Börsen-, Banku. Versicherungswesens. Potsdam,Bonness & H. M 2.25.