Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 13-03-2019

Clearinghouse

betekenis & definitie

Clearinghouse - the bankers’ clearinghouse. Vroeger was het gebruikelijk te Londen, dat, gelijk nu nog in de provinciën, elke wissel of chèque bij de bank of den bankier, op wien zij getrokken was, zelf ter betaling werd aangeboden. Later (1775) werd aldaar een clearinghouse stelsel gevestigd, waarbij wissels en cheques gedurende den tijd, dat er zaken gedaan worden op eene daartoe bestemde plaats door de banken en bankiers onderling worden uitgewisseld, zoodat nu aan het einde van den dag elke bank of bankier van het clearinghouse een cheque op de Bank van Engeland ontvangt, voor het saldo, dat uit de rekening hem blijkt toe te komen, of met gelijk papier aan die inrichting betaalt, wat hij per saldo blijkt schuldig te zijn.

Het doel, dat men ermee tracht te bereiken is besparing van tijd en moeite en tevens van banknoten en geld. Het gevolg is, dat er minder circuleerend geld noodig is, maar daarentegen meer overschrijvingen van de eene rekening op de andere bij de Bank van Engeland plaats hebben.

Waren er in het eerst vele beperkingen in de toelating van banken en bankiers tot het Clearinghouse, dat uitsluitend aan particuliere bankiers toebehoorde, later werd dit ruimer. Zoo werden in 1854 de jointstock banks toegelaten, en in 1858 werd de clearing naar de provincie aangenomen.

Niet alleen te Londen, maar ook elders is het stelsel met het beste gevolg ingevoerd. Zoo bestaat er te New-York een clearinghouse, dat dat van Londen naar de kroon steekt. In Amsterdam bestaat iets dergelijks, in Rotterdam sinds 1910 clearing bij de Bijbank der Nederlandsche Bank. Sedert jaren was het te onzent gebruik, dat de kassiers de wissels, assignatiën, quitantiën, enz. na beurstijd tegen elkander uitwisselen en alleen het saldo bijbetalen. Ook te Parijs, Brussel, Weenen, Berlijn, Batavia bestaan dergelijke of soortgelijke instellingen.

< >