Bodemerij - een overeenkomst tusschen een geldschieter en een geldopnemer, waarbij tegen eene bepaalde premie eene som gelds verstrekt wordt, onder verband van schip of lading of van beide, met dat gevolg, dat indien het verbondene geheel of gedeeltelijk door toevallen op zee vergaat of vermindert, de geldschieter zijn recht op de verstrekte gelden en de premie verliest, voor zooverre dit een en ander niet op hetgeen overblijft kan worden verhaald, maar dat, indien het verbondene behouden ter plaatse van bestemming aankomt, de hoofdsom met de premie moet worden uitgekeerd. Zij behoort dus tot de kansovereenkomsten. Het contract, waarbij de overeenkomst wordt aangegaan noemt men den bodemerijbrief, de betaalde premie bodemerijpremie. Het W. v. K. vermeldt in art. 570, wat de bodemerijbrief moet bevatten.
Ontbreekt de vermelding van één dier zaken, dan is de overeenkomst geen bodemerij, maar een gewone geldleening. Verder moeten bodemerijbrieven ter griffie worden ingeschreven, ze kunnen geëndosseerd worden, als ze aan order luiden enz. Zie verder W. v. K.