Bodemerij o/g - rek., gebezigd wordende, door dengene, die op een schip bodemerij neemt; wordt gecred. voor het ontvangen voorschot en gedeb.:
a. (bij behouden aankomst en terugbetaling) voor de hoofdsom;
b. (bij gedeeltelijk verloren gaan) eveneens voor de hoofdsom, schuld gaat teniet en opbrengst v.h. geredde is voor den geldschieter; en c. (bij totaal vergaan van ’t schip) voor de hoofdsom : schuld gaat teniet. Is rek. van passief.