Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

handicaprace, -wedstrijd

betekenis & definitie

Wedstrijd waarbij mindere renners bij de start voorsprong in meters of in tijd krijgen. Wordt over korte afstanden verreden. Sedert begin 19de eeuw wordt dit woord gebruikt, zij het oorspronkelijk in de paardensport. Vgl. Engels hand in cap: hand in de hoed.

Mijn eerste koers was een ‘handicapwedstrijd’. Hoe beter je was, hoe langer je moest wachten om te vertrekken. Ik kreeg drie minuten voorsprong omdat ik met een gammele fiets aan de start kwam. Niemand heeft me nog ingehaald. (Noël Truyers: Pedaalridders. 1992, over Sean Kelly)

De bezorgers verschijnen op de tweede dag van Tour de Force aan de start op gewone fietsen, de tassen erop. Ze rijden per krant drie series in ploegen van acht: een ploegentijdrit, een individuele rit in lijn en een handicaprace, waarbij ze, met volle tassen, onderweg ook kranten in bussen moeten stoppen. (Het Parool, 23/02/1994)