Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 10-06-2019

Olympia

betekenis & definitie

Olympia - ἡ Ὀλυμπία, was niet zoozeer eene stad, als wel eene verzameling van tempels met de noodige worstelperken, loop- en renbanen voor de spelen, alles in een liefelijk oord ten N. van de rivier Alphēus en ten O. van de beek Cladeüs gelegen te midden van plataan- en olijfboomen. In het eigenlijke tempelgebied (ἡ Ἄλτις), gedeeltelijk door muren omgeven, lagen ook het Heraeum, de oude tempel van Hera (vroeger van Zeus en Hera) met daarvoor het groote altaar van Zeus, en de nieuwe Zeus-tempel uit de 5de eeuw, waarvoor Phidias het Zeus-beeld gemaakt heeft, vele schatkamers (θησαυροί) en vele wijgeschenken en standbeelden.

Buiten de Altis vond men o. a het Gymnasium, de Palaestra en het Stadium. Op kosten van het Duitsche rijk is Olympia in 1875–1881 volledig opgegraven.

Oorspronkelijk behoorde dit tempelgebied tot de stad Pisa (z. a.), doch toen de Eleërs Pisa verwoest hadden, wilden zij evenmin de vestiging eener zelfstandige gemeente te Olympia als den herbouw van Pisa toestaan. Zie ook Elis.