Lycurgus - Λυκοῦργος, 1) zoon van Dryas, koning der thracische Edoniërs, die zich tegen de invoering van den dienst van Dionȳsus verzette, daarom door Zeus blind gemaakt werd en vroeg stierf.—V. a. werd hij met waanzin gestraft, zoodat hij zijn eigen zoon doodde, en daarna naar een eenzame vlakte werd gebracht, waar hij door paarden verscheurd werd.—2) zoon van Aleüs en Neaera, koning van Arcadië, die Areïthous doodde.—3) zwager van Adrastus, die met de zeven vorsten tegen Thebe optrok. Hij werd na zijn dood door Asclepius in het leven teruggeroepen.—4) zoon van Pheres, koning van Nemea, vader van Opheltes.—5) de beroemde wetgever van Sparta. Hij leefde, naar men aanneemt, in de 9de eeuw, en wordt niet zonder beteekenis de zoon van Eunomus en de vader van Eucosmus genoemd.
Hij behoorde tot het geslacht der Procliden en regeerde als voogd over zijn onmondigen neef Charilāus of Leobōtas, maar door verschillende partijen verdacht gemaakt, vond hij het raadzaam het land te verlaten. Na 10 jaar op Creta, in Klein-Azië en Aegypte gereisd te hebben, keerde hij naar zijn vaderland terug, waar onder de zwakke regeering van zijn neef de burgertwisten eene gevaarlijke hoogte bereikt hadden. Met goedkeuring van het delphische orakel voerde hij eene geheel nieuwe staatsregeling in, geheel gegrond op de eigenaardigheden van het dorische volkskarakter, en waarvan dan ook de voornaamste trekken in andere dorische staten teruggevonden worden.
Hij verdeelde de politieke macht onder de koningen, den raad (γερουσία) en de volksvergadering, schreef gelijkheid van grondeigendom, gemeenschappelijke maaltijden (συσσίτια) voor de burgers, strenge leefregels en eene harde, wezenlijk militaire tucht voor, en trachtte iedere verandering te beletten of te bemoeielijken door een aantal bepalingen, als het weren van vreemdelingen, het verbod om te reizen, de beperking van handel en nijverheid, enz. V. s. was de geheele wetgeving, om gemakkelijker in het geheugen geprent te kunnen worden, in korte verzen (ῥῆτραι) vervat. Toen hij gereed was, liet hij zijne medeburgers zweren niets aan zijne wetten te veranderen, voordat hij van een reis naar het delphische orakel teruggekeerd zou zijn, en toen dit zijn werk had goedgekeurd, eindigde hij in ballingschap zijn leven.
De Spartanen vereerden hem eeuwen lang als een god en als den grondlegger hunner grootheid en hunner voortreffelijkheid in den oorlog. De wetgeving van Lyc. bleef in hoofdzaak eeuwen lang in stand, en eerst na den peloponnesischen oorlog wordt de eerste gewichtige verandering er in vermeld.Z. Epitadeus. Het is echter niet aan te nemen dat de geheele maatschappelijke en staatkundige inrichting van Sparta haar ontstaan aan één persoon te danken zoude hebben, en van vele instellingen kan men met zekerheid aantoonen, dat zij van veel lateren tijd zijn dan dien, waarin Lyc. zou geleefd hebben. Door velen wordt betwijfeld, dat er iemand bestaan zou hebben, die met recht de wetgever van Sparta genoemd zou kunnen worden.—6) Athener, aanvoerder der aristocratische partij in de burgertwisten na de wetgeving van Solon.—7) Athener, zoon van Lycophron, geb. 390, trad bij het dreigende gevaar van den kant van Macedonië als een krachtig verdediger der politiek van Demosthenes en Hyperīdes op; vooral verwierf hij roem door zijn beheer der financiën (338–327) en door zijne bemoeiingen tot versterking der vloot. Ofschoon de eenige redevoering, die van hem overgebleven is, hem niet als een van de eerste redenaars doet kennen, werd hij onder de 10 attische redenaars opgenomen. Hij stierf in 325/4 en werd op staatskosten begraven, nadat hem reeds bij zijn leven menig eerbewijs van het dankbare volk was ten deel gevallen.