Gepubliceerd op 26-09-2017

Tamiai

betekenis & definitie

Tamiai - In de Atheense staat beheerders van kassen.

De 10 tamiai van de tempelkas van Athena Polias beheerden de schat die in het opisthodomos van het Parthe- non was opgeborgen; zij hadden daarbij het toezicht op de Akropolis. Gedurende de hele 5e eeuw hebben zij een belangrijke rol gespeeld, omdat de eventuele reserves of overschotten van andere kassen in die van Athena terechtkwamen, wat herhaaldelijk een oplossing voor financiële moeilijkheden is gebleken. Deze tempelkas was de voornaamste schatkist van de staat. Het ambtsjaar van de tamiai begon en eindigde met de Panathenaeën (zie Feesten in Griekenland). Naast die overschotten waren de rechtstreekse inkomsten van de tempelkas van Athena: de intrest van uitgeleende geldsommen, opbrengst van eigen goederen, 1/1 Oe van de verbeurdverklaarde en verkochte goederen, demioprata, l/10e van de oorlogsbuit en lange tijd 1 /60e van de Phoros.

De tamiai van de andere goden, eveneens een college van tien leden, beheerden de schatten van alle tempels uit Attika, uitgezonderd die van Eleusis. Zij werden op de Akropolis gecentraliseerd sinds 454 v.C.

De tamias toon Stratiotikoon was beheerder van de legerkas, opgericht dankzij een wet door Demosthenes ingediend in 338 v.C., waardoor bepaald werd dat alle overschotten van inkomsten gecentraliseerd moesten worden in een krijgskas. Hiermede zouden alle uitgaven voor de oorlog vereffend worden. Gezien het belang hiervan voor het verzet tegen Philippus II van Makedonië kreeg deze beheerder een zeer grote bevoegdheid en toezicht over alle bestaande kassen en financiële verrichtingen in Athene.

De beheerders van het theorikon droegen dus zorg voor de kas waarmee de toegang tot de Atheense feesten werd betaald. Hieruit werd dus geput om de Atheense burgers de nodige obolen te bezorgen om de toegangsbewijzen voor de schouwburg te betalen. Deze beheerders van het theorikon werden door het volk gekozen en verschijnen vanaf 355 tot 338 v.C. zolang Euboulos de leiding van de Atheense staat in handen had. Als belangrijkste beheerders moesten zij plaats maken voor de beheerders van de krijgskas.