Gepubliceerd op 26-09-2017

Staatsuitgaven in Rome

betekenis & definitie

Staatsuitgaven in Rome - Ook de staatsuitgaven van Rome waren bijzonder hoog, niettegenstaande het feit dat alle hoge en belangrijke ambten tijdens de Republikeinse periode ereambten waren. Deze uitgaven vermeerderden met de tijd, niet alleen door de uitbreiding van het grondbezit, doch ook door de creatie van nieuwe uitgaven, o.a. de gratis bedeling van levensmiddelen of de verkoop ervan onder de marktprijs.

We geven enkele rubrieken van staatsuitgaven.

Uitgaven i.v.m. de eredienst

Allerhande plechtigheden en offers behoorden tot de oudste en belangrijkste staatsuitgaven. De staat betaalde de offerdieren, het onderhoud van de Vestaalse Maagden en waarschijnlijk ook de flamines (de priesters aan een bepaalde tempel verbonden, waren onbezoldigd). De lagere bedienden en klerken, de boekhouders, de wichelaars, zowel vrije burgers als slaven, kregen een vast salaris. De staat droeg de kosten van de officiële spelen, Ludi, doch hierin kwamen de priestercolleges voor een deel tegemoet. Immers, zij hadden een eigen kas, arca, die gespijsd werd door allerhande gewaarborgde rechten, giften van priesters bij hun indiensttreding, toegangsgelden tot de tempels, verkoop van de huiden van offerdieren enz.

Uitgaven voor openbare werken

Deze omvatten nieuwbouw en herstellingswerkzaamheden aan openbare gebouwen, tempels, wegen, bruggen, portieken, theaters, aquaducten enz. in Rome en in de provincies. Hiervoor werden om de 5 jaar door de senatus aan de censores de nodige kredieten ter beschikking gesteld. De censores zorgden voor de nodige aanbestedingen, opdat de minstbiedende deze opera publica kon uitvoeren.

Uitgaven voor leger en vloot

Deze waren aanvankelijk niet zo hoog, omdat de soldaten zelf voor uitrusting en onderhoud moesten zorgen, ofwel droegen hun respectievelijke tribus hiertoe bij. Pas op het einde van de 5e eeuw v.C. werd de soldij (stipendium) ingevoerd (waarschijnlijk in 406 of 404 v.C.) maar er werd nog een gedeelte voor levensmiddelen en uitrusting ingehouden. De bondgenoten kregen alleen hun voeding. Na de diensttijd, als de veteranus met pensioen ging, kreeg hij van de staat een donativum uitbetaald, hetgeen vooral onder de keizers een systeem werd. Buitengewone prestaties tijdens de diensttijd werden ook door de staat financieel gestimuleerd.

Toen Rome ook aan de bouw van een permanente vloot moest gaan denken en de nodige havenuitrustingen moest hebben (zie Havens), stegen de staatsuitgaven aanzienlijk.

Uitgaven voor bevoorrading en openbare vrijgevigheid

In het begin van de Republikeinse periode moesten slechts in buitengewone omstandigheden bijzondere maatregelen van staatswege getroffen worden om de hoofdzakelijk agrarische bevolking bij te staan met voedselbedeling. In de periode van gebiedsuitbreiding raakte de graan leverende boerenstand uitgedund of wendde zich naar meer winstgevende teelten, voorzover de verarmden niet naar de hoofdstad trokken en het proletariaat aan vulden. Dit schiep voor de administratie nieuwe problemen. De organisatie voor de bevoorrading (annona) was in handen van aediles, later in de Keizertijd van de praefectus annonae.

Met de Gracchen, die met de leges Frumentariae de graanbedelingen regelden, werd de staatsbijdrage aanzienlijk verhoogd. Hoge bedragen werden gespendeerd om graan gratis of tegen sterk verminderde prijzen aan de bevolking te verstrekken.

In de Keizertijd bleven de staatsuitgaven groeien omdat de nieuwe omstandigheden dit noodzakelijk maakten en anderzijds meer dan 200.000 burgers regelmatig ‘brood en spelen’ kregen. Hierbij moeten nog gevoegd worden: de keizerlijke familie, het hof en de kanselarij, waarvan de leden nu bezoldigde ambtenaren waren; de verschillende diensten in Rome en in de provincies die werden uitgebreid, en de keizerlijke functionarissen, gekozen buiten de senatorenstand, die hoge wedden kregen; het leger dat nu ook veel meer uitgaven eiste door het systeem van het donativum.

Inzake onderwijs werden sedert keizer Vespasianus van staatswege een reeks leraren, in welsprekendheid, wiskunde, dichtkunst, geneeskunde, recht, wijsbegeerte enz. aangesteld en betaald. Openbare bibliotheken werden opgericht.

Regelmatig, minstens om de maand, hadden er gratis bedelingen van graan plaats. Bijzondere bedelingen van wijn, olie, vlees enz. zetten bepaalde gebeurtenissen luister bij, o.a. een troonsbestijging, een geboorte in de keizerlijke familie enz.

De staatsdienst van het postwezen, die onder Augustus werd gesticht, vergde eveneens belangrijke bedragen, naarmate hij over het imperium werd uitgebreid. Langs bepaalde wegen bouwde de staat halteplaatsen, herbergen en aflossingsposten met personeel en paarden. Het ambt werd waargenomen door speciale bedienden (tabelarii). Particulieren mochten hiervan slechts gebruik maken met toestemming van de keizer.

< >