Gepubliceerd op 21-09-2017

Parthenon

betekenis & definitie

Parthenon - Tempel opgericht op de Atheense Akropolis ter ere van de schutsgodin Athena Parthenos, door de architecten Iktinos en Kallikrates. De bouw ervan duurde vijftien jaar (447-432 v.C.). Phidias en zijn leerlingen beitelden de beeldhouwwerken voor de metopen en de friezen.

Het Parthenon is zonder twijfel de beroemdste tempel uit de Griekse oudheid. Hij is opgetrokken uit Pentelisch marmer in Dorische stijl, waardoor hij nu nog de impressie van sierlijke kracht geeft.

Het Parthenon is 69,5 m of 228 voet lang en 31 m of 101 voet breed. Aan de voor- en achterzijde werden acht Dorische zuilen aangebracht en aan beide lange zijden zeventien.

Op de oostelijke zijde, die toegang tot de tempel bood, was de geboorte van Athena afgebeeld; op de westelijke of achterzijde de strijd om Attika tussen Athena en Poseidon. De metopen tussen de zuilen stelden in reliëfbeelden verschillende Oudgriekse sagen voor, b.v. aan de oostzijde de strijd van de Giganten, aan de zuidzijde de strijd van de Kentauren; aan de westzijde die van de Amazonen, aan de noordzijde de verovering van Troia. Boven op de buitenkant van het ommuurde binnengedeelte (peristylium) liep rondom een Ionische fries van 1 m hoogte, die een volledige Panathenaeën-processie uitbeeldde. Het Parthenon zelf bestond uit drie grote delen:

1. de Pronaos (6 m bij 22 m);
2. de cella, de naos of het hekatompedon (naar de benaming van de oude Athenatempel uit de 6e eeuw v.C., vernield door de Perzen in 480 v.C.); hier stond het grote standbeeld van Athena Parthenos, van goud en ivoor, gebeeldhouwd door Phidias;
3. het Opisthodomos, waar de heilige cultusvoorwerpen bewaard werden. Het Parthenon had in de daaropvolgende eeuwen een zeer bewogen geschiedenis. In de 2e eeuw n.C. gaf Pausanias hiervan een gedetailleerde beschrijving, vooral van het Athena-Parthenos-beeld, waarvan menige Romeinse kopie (verkleind) werd gemaakt. In de 5e eeuw verdween het Athena-beeld uit de tempel, en deze werd als christelijke kerk aan de Sancta Sophia toegewijd. In 662 n.C. werd het gebouw als christelijke kerk aangepast ter ere van de H. Maagd Maria. Een absis werd aangelegd aan de oostkant en bij de cella werden deuren geslagen en vensters uitgehouwen.

De Akropolis werd in 1458 door de Turken ingenomen en het Parthenon werd in een moskee veranderd zonder verdere architectonische aanpassing dan de aanbouw van een klokketoren in de zuidwesthoek, om als minaret te dienen.

In 1687 onderging het Parthenon een bombardement, vanwege de Venetia- nen en een voltreffer deed het kruitmagazijn, dat daarin door de Turken was aangelegd, in de lucht vliegen. Het middenstuk van het Parthenon lag in puin. Later werd er wederom een moskee in de ruïne opgericht.

In 1801 werd een zeer groot deel van het beeldhouwwerk uit de gevelvelden, metopen en friezen weggehaald door de Engelsman Lord Elgin en aan het British Museum verkocht.

Nawerking: De goden gaan naar huis, over de door Lord Elgin uit het Parthenon geroofde beelden, door A. den Doolaard.