Gepubliceerd op 19-09-2017

Ludi in Rome

betekenis & definitie

Ludi in Rome - Het organiseren van spelen was in Rome een oud gebruik, waarschijnlijk reeds van in de Koningstijd. De Ludi waren innig verbonden met het godsdienstig ritueel ter ere van bepaalde godheden, juist zoals dat in Griekenland met de Panhelleense spelen het geval was. Elke ludus werd aanvankelijk gehouden om de gunst van een godheid te winnen, om haar kwaadwilligheid af te wenden of om zich te voegen naar de uitspraken van een of ander orakel. De ludi hadden over het algemeen een ander verloop dan de Griekse agones, waar de atletiek op de voorgrond stond.

Gelijkaardige atletiekwedstrijden kwamen in Rome pas in de Keizertijd voor. Paardenwedrennen werden echter reeds in de Koningstijd gehouden ter ere van Mars of Consus op de plaats waar het Circus Maximus werd aangelegd.

Achteraf is men verschillende soorten van spelen gaan onderscheiden. Een eerste verschil kan er gemaakt worden tussen de ludi en de munera. Deze laatste eindigden gewoonlijk op een executie of bloedvergieten en blijken overblijfselen van zeer oude mensenoffers te zijn. Volgens de traditie werden de gladiatorenspelen uitgevonden om dergelijke offers te vervangen. Trouwens, tussen 264 v.C. (het eerste optreden hiervan) en 105 v.C. hadden slechts gladiatorengevechten plaats ter gelegenheid van lijkspelen, ludi funebres. De eigenlijke ludi waren die in het Circus, de ludi circenses, vooral wagenwedrennen, de ludi scaenici, theatervoorstellingen, drama of komedie, voor het eerst in 240 v.C. met de aanpassing van Griekse drama’s door Livius Andronicus, en de munera gladiatorum in het Circus of later het amphitheatrum, waarvoor ook Iulius Caesar had gezorgd. Daarnaast waren er ook de Venationes, jachtpartijen op wilde dieren, sedert 186 v.C. In de Keizertijd werden uitzonderlijk zeeslagen gehouden in daartoe aangelegde vijvers, naar het voorbeeld dat I. Caesar gegeven had in 46 v.C. (zie Naumachia).

De kosten van de viering van de grote, officiële ludi kwamen ten laste van de schatkist en de organisatie berustte gewoonlijk bij de lagere magistraten, nl. praetor, tribunus, aediles. Doch deze laatsten staken er soms enorme sommen uit eigen bezit in om grootser en rijkelijker spelen te organiseren en op deze wijze de volksgunst te winnen met het oog op nakende verkiezingen tot hogere ambten. Velen hebben zich hierdoor geruïneerd.

Naast deze regelmatig terugkerende feestelijkheden, op vaste data gevierd, ludi stati, werden vaak spelen georganiseerd, welke door particulieren aan het volk van Rome werden aangeboden, bij alle mogelijke gelegenheden, b.v. lijk- of begrafenisspelen bij de dood van een naaste verwant, huwelijk, succes bij ondernemingen of ingevolge een belofte enz. Ook het particulier vermogen droeg de gehele last van de organisatie, waarbij soms gratis voedsel ter beschikking werd gesteld.

Soorten van ludi

a. Ludi Circenses. De spelen in het Circus omvatten verschillende attracties, doch de oudste en meest populaire (naast de gladiatorengevechten vanaf het einde van de Republiek) waren de wagenrennen. De menners stonden hierbij rechtop in het renwagentje, getrokken door vier paarden, quadrigae. De beste menners en de beste paarden genoten een onvoorstelbare populariteit bij hun supporters.

Over het algemeen waren de menners van beroep lieden die tot de laagste bevolkingsgroep behoorden, al is het meer gebeurd dat burgers van de hoogste kringen enthousiast meededen.

De wedstrijden bestonden in het afleggen van een aantal ronden van het Circus, meestal zeven, waarbij handig gemanoeuvreerd werd om zo dicht mogelijk om de meta te draaien.

b. Ludi scaenici. De theatervoorstellingen, die een onderdeel van de Ludi Romani zijn gaan vormen vanaf 240 v.C., waren een vorm van hoogstaande vermakelijkheid. Gecreëerd naar de meesterwerken van de Griekse tragedies hebben zij evenwel nooit het godsdienstige karakter gehad, in de mate dat dit het geval is geweest in de Griekse wereld. Voor de Romein, die anders geaard was dan de Griek, werd de dramatische voorstelling nooit een religieuze prestatie, al was de opvoering over het algemeen ingeschakeld in een viering van een godsdienstige plechtigheid. In het klassieke Griekenland was de tragedie onafscheidelijk verbonden met de religie. In Rome bleef de theatervoorstelling een profaan karakter behouden.

Reeds vóór 240 v.C. (zie Livius Andronicus) zou Rome al dramatische voorstellingen hebben gekend, volgens Titus Livius, en wel in 364 v.C., toen een Etruskische groep dansen en mimen was komen vertonen met het oog op het bezweren van een pestepidemie. Deze dramatische vormen raakten in onbruik.

Na de eerste opvoering van een in het Latijn vertaald Grieks drama, zijn er andere geschreven, ook komedies, en de voorstellingen werden langzamerhand aan andere ludi stati gekoppeld.

c. Ludi gladiatorii of Munera gladiatorum. De meest voorkomende vorm van openbare spelen waren de gladiatorengevechten, die aan het einde van de Republikeinse periode, mogelijk sedert 105 v.C., in het middelpunt van de belangstelling stonden. Het was daarbij mogelijk een grote variatie te brengen. Ofwel demonstreerde men de uitzonderlijke lenigheid bij het hanteren van wapens van verschillende aard, ofwel vochten de gladiatoren paarsgewijze op leven en dood. Hoewel het niet noodzakelijk op de dood van een van de tegenstanders hoefde uit te lopen, vooral wanneer de verliezer een mooie voorstelling had gegeven, toch eiste het publiek - vooral in de Keizertijd - zeer dikwijls dat de verliezer werd afgemaakt om te zien of hij ook op elegante wijze wist te sterven. De variatie werd bereikt door het verschil in bewapening, waarmee de vechters elkaar te lijf gingen, b.v. de retiarius (met net en drietand) tegen een gladiator (met zwaard en schild). De gladiatoren waren meestal krijgsgevangenen, die met dit doel waren geoefend in eigen kazernes. Vooral Capua was hierom berucht. Uitzonderlijk waren het ook Romeinse burgers, die in de arena traden en onder bepaalde keizers is het gebeurd dat zelfs senatoren en vrouwen gedwongen werden aan gladiatorengevechten deel te nemen.
d. Venationes. Voor het eerst in 186 v.C. werden vaak in het Circus, en na 79 n.C. ook in het Colosseum, jachtpartijen gehouden op wilde dieren. De vangst was toevertrouwd aan speciale cohorten, die de wilde dieren met honderden naar Rome brachten. Klaarblijkelijk is het verdwijnen van bepaalde diersoorten uit de wouden van Centraal-Europa aan deze massale vangsten te wijten.

Er werd bij de venationes getracht de jacht op wilde dieren te laten gebeuren in een aangepaste natuurlijke omlijsting: bossen, woestijnoasen of zandvlakten enz. werden in een minimum van tijd in de arena aangebracht en hiertussen slopen dan de leeuwen, tijgers, panters of beren en neushoorns, tot zij werden afgemaakt of zelf hun ongewapende achtervolgers aan flarden scheurden onder de ogen van het juichende publiek. Een variante hierop bood de gewenste afwisseling, toen o.a. ter gelegenheid van bepaalde feesten, Cerealia of Floralia, jacht werd gemaakt op ongevaarlijke dieren als vossen, hazen en konijnen.

Ook in het Circus werden vaak de terechtstellingen van misdadigers ingekleed als echte vertoningen; zij moesten legendarische personages uitbeelden of helden, die door de dieren werden verscheurd. Zo gebeurde het met de eerste christenen, die in de perioden van vervolging in het Circus Maximus, nooit in het Colosseum, voor de dieren werden geworpen.

Ludi stati in de Republiek

a. De oudste en belangrijkste spelen in de Republikeinse periode waren de Ludi Romani of de Ludi Magni, wellicht in hun oorspronkelijke en eenvoudigste vorm reeds in de Koningstijd georganiseerd. Volgens een traditie was de oorspronkelijke organisatie een belofte van een zegevierend legeraanvoerder om feestelijkheden voor Iupiter te organiseren, als hij zijn onderneming zou voltooien. Oorspronkelijk duurden de Ludi Romani slechts één dag, doch naarmate zij een regelmatig jaarlijks terugkerend feest werden, groeiden zij uit tot een reeks van festiviteiten, gespreid over veertien dagen. Zij werden gehouden van 4 tot 18 september en georganiseerd door de aediles curules.

Zij begonnen met een plechtige optocht naar de tempel van Iupiter Optimus Maximus op de Mons Capitolinus, waarin de beelden en symbolen van de belangrijkste goden werden meegedragen. Ook wagenrennen in het Circus stonden op het programma, alsmede militaire optochten en de ludus Troiae, ruiterspelen voor jongeren. Van 240 v.C. af werden de Ludi scaenici, scenische spelen of theatervoorstellingen, ingelast, zoals naderhand nog in andere ludi. De Ludi Romani of Magni werden georganiseerd ter ere van Iupiter, Iuno en Minerva, en zouden aanvankelijk beschouwd zijn als een veertiendaagse van de oude patriciërs.

b. De Ludi Plebeii blijken een herhaling van deze Ludi Romani voor de plebs te zijn geweest. Zeer weinig is hieromtrent bekend. Zij evolueerden ook van een ééndaags feest tot een veertiendaags en werden gehouden van 4 tot 17 november. De Ludi Plebeii werden georganiseerd door de aediles plebis in het Circus Flaminius vanaf 220 v.C.
c. De Ludi Megalenses zijn ingevoerd in 204 v.C., ter ere van de Magna Mater (zie Kybele) gevierd van 4 tot 10 april. De organisatie ervan berustte eveneens bij de aediles curules. Deze feesten herdachten de aankomst van de konische zwarte steen, symbool van de godheid, uit Frygië. Een enkele dag was uitgetrokken voor de gebruikelijke circusspelen, de andere dagen waren voor Ludi scaenici.
d. De Ludi Cereales (Cerealia) werden als plebejische festiviteiten voor het eerst georganiseerd in 202 v.C. door de aediles plebis van 12 tot 19 april, ter ere van Ceres, de bijzondere beschermgodin van de plebs. Dit feest voor Ceres (zie Demeter) stond in verband met de herboren vruchtbaarheid en groei van het graan. De laatste van de feestelijke dagen was voorbehouden voor circusspelen, waarin een jacht op vossen voorkwam, waarbij brandende fakkels aan de staart van deze dieren werden vastgebonden. Dit gebeurde in het Circus Maximus.
e. De Ludi Florales (Floralia) werden voor het eerst gevierd in 238 v.C. en in 173 v.C. omgevormd tot een vast jaarlijks feest ter ere van Flora, godin van de lente en de bloesems. De Floralia van 28 april tot 3 mei was een periode van losbandige uitgelatenheid, waarin de vrouwen zich met bloemen tooiden. De organisatie lag in handen van de aediles curules, die het programma van de eerste vijf dagen vulden met theatervoorstellingen, vooral de mimus, vol grove scherts, en de laatste dag besteedden aan venationes in het Circus.

ƒ. De Ludi Apollinares ter ere van Apollo werden voor het eerst gevierd in de voor Rome moeilijke periode van de Tweede Punische Oorlog, en meer bepaald in 212 v.C. Kort daarna werden zij hervormd tot een vast jaarlijks feest, dat gehouden werd van 5 tot 13 juli, waarschijnlijk op voorstel van de praetor urbanus om de bijstand van de godheid tegen een epidemie te vragen. Voor deze Ludi Apollinares zou de stadspraetor blijven zorgen. In hoofdzaak werden hiervoor ook theatervoorstellingen gehouden en tot slot spelen in het Circus Maximus.

Ludi van Principaat en Keizertijd

De bovenvermelde spelen van de republikeinse periode bleven in zwang onder Augustus en de keizers, doch andere werden eraan toegevoegd, die door opvolgers deels vervangen, deels aangepast werden. De belangrijkste innovaties waren:

a. De Ludi saeculares waren spelen die reeds in de republikeinse periode werden georganiseerd ter ere van Apollo en Diana (het is onbekend wanneer het voor het eerst gebeurde) met de bedoeling een einde te maken aan een periode van ongelukken, tegenslagen op nationaal vlak, een epidemieperiode enz. Het was oorspronkelijk de bedoeling deze spelen te houden met tussenpozen van een saeculum (vandaar de benaming).

Het meest bekend is de luisterrijke viering van de Ludi saeculares van 31 mei tot 3 juni in 17 v.C., die op 3 juni werden afgesloten met de uitvoering van het Carmen saeculare van Horatius op de Palatinus en de Capitolinus. Het programma van deze eeuwfeestspelen is schriftelijk bewaard gebleven in de Acta sacrorum saecularium van 17 v.C. De organisatie kwam toe aan het college van de quindecemviri sacris faciundis, die het voorzitterschap toekenden aan twee eminente leden, Augustus en Agrippa. De eeuwspelen waren immers nauw verbonden met de hervorming van de zeden, en de organisatie daarvan vergde bijgevolg autoriteiten, die met de hoge potestas tribunicia bekleed waren. De Ludi saeculares werden opnieuw gevierd in het jaar 47 n.C. onder keizer Claudius, als herdenking van het achtste eeuwfeest sedert de stichting van Rome. Andermaal in 87 n.C. door Domitianus, ongeveer een eeuw na de herdenking onder Augustus. Onder de quindecemviri die met de organisatie belast waren, was de geschiedschrijver Tacitus.

b. De Ludi Martiales werden gesticht onder Augustus ter ere van Mars en werden gehouden op 12 mei. Andere Martialia waren jaarlijkse spelen die op de Kalenden van augustus gegeven werden. Ze werden gehouden in 2 v.C. bij de inwijding van de tempel van Mars Ultor, de wreker van de moord op Caesar. Na de dood van Augustus kwamen deze spelen ten laste van de consules.
c. De Ludi Augustales van 3 tot 12 oktober herdachten de terugkeer van Augustus uit het Oosten.
d. de Agon Neronianus werd in 60 n.C. door keizer Nero ingevoerd als een nabootsing van de Olympische spelen en werd om de vijf jaar gehouden met op het programma wagenrennen, atletiekwedstrijden, alsook wedstrijden in muziek en dichtkunst.
e. De Agon Capitolinus werd georganiseerd door keizer Domitianus in 86 n.C., eveneens als een imitatie van de Olympische spelen. Deze agon werd om de vier jaar gehouden en omvatte atletiek- en muzikale wedstrijden.

< >