Hierarchia socialis - Sociale hiërarchie. Keizer Marcus Aurelius schiep een nieuwe sociale hiërarchie, die geleidelijk de bestaande zou vervangen. Aan de senatoren en hun familie werd de eretitel clarissimus verleend, terwijl eminentissimus door de hoogste functionarissen van de centrale keizerlijke administratie als titel gevoerd werd.
De titel perfectissimus bleef aan de ridders, die een bestuurlijke taak vervulden, voorbehouden. Zo onderscheidde men hen van de ambteloze equites. Tot en met Diocletianus is deze titulatuur nagenoeg ongewijzigd gebleven, maar Constantinus Magnus voerde een hervorming in: aan de top van de sociale ladder stonden van toen af de nobilissimi, leden van de keizerlijke familie; daarop volgde de ordo senatorius, waarmede allen die de titel van clarissimus ontvingen, gelijkgeschakeld werden. Deze ordo senatorius kende op zijn beurt drie graden: aan de basis had men de clarissimi; dan volgden in stijgende lijn de spectabiles; hogere functionarissen van de administratie en de illustres: zij bekleedden de hoogste posten in het bestuur. De ex-consuls voerden daarenboven nog de titel van consularis. De ordo senatorius en de administratieve hiërarchie dekten elkaar vrijwel. Keizer Iustinianus zette de hervorming voort. De titel clarissimus werd van dan af gevoerd door de ondergeschikte bedienden van de keizerlijke hofhouding en door de stedelijke beambten in het rijk. De titel spectabiles, voorheen gedragen dooide hoogste beambten, werd nu gemeengoed onder alle provinciegouverneurs. Illustres werden alle hogere functionarissen, zowel in de burgerlijke als in de militaire tak. De nieuw toegekende titel van magnificus aan de consules en de patricii raakte spoedig ontwaard, alhoewel de patricii nog steeds aan de top van de hiërarchie stonden. Aan de praefecti werd een nieuwe titel geschonken, die van gloriosus.