Gepubliceerd op 18-09-2017

Goten

betekenis & definitie

Goten - Oostgermaanse stam, die in de 1e eeuw n.C. aan de oevers van de Vistula (Weichsel) woonde. Op het einde van de 2e eeuw trokken zij naar de Donau en de Zwarte Zee. In 241 kwamen ze terecht in Dacia en bevochten met succes de Romeinse legioenen. Tenslotte kwamen ze in Zuid-Rusland aan, waar zij een rijk vestigden dat zich uitstrekte tot aan de Don. Zij hielden plundertochten, die hen leidden tot in de Balkan en in Klein-Azië. Constantinus Magnus sloot in 332 een verdrag met de Goten. Dezen waren in die tijd, misschien al vroeger, verdeeld in Ostrogoten (Blinkende Goten) en Wisigoten (Edele Goten). Zij mochten zich in Dacia vestigen om de grens te verdedigen.

Sedert ca. 250 n.C. bezetten ze ook de Krim. Reeds vóór Constantinus Magnus hadden ze in 251 keizer Decius overwonnen en ook Valerius werd door hen verslagen, doch keizer Aurelianus had de rijksgrens kunnen herstellen. Na 332 was het geruime tijd rustig en in deze periode werden de Wisigoten door de Ariaanse bisschop Wulfilia (zie Arius) tot het christendom bekeerd. Deze status-quo werd volledig teniet gedaan door de inval van de Hunnen. In 375 verschenen dezen in Rusland en verjoegen beide groepen van de Goten. De Ostrogoten werden onderworpen, de Wisigoten trokken over de Donau, versloegen in 378 keizer Valens bij Adrianopolis en kregen van Theodosius toestemming zich in het Romeinse Rijk te vestigen. Zij wisten er zelfs hoge posten te bekleden. Toch werden zij niet rustig. Zij dachten door de Romeinen te zijn bedrogen en gingen weer op stap in westelijke richting. Onder hun koning Alarik wisten ze in 410 zelfs Rome in te nemen, na evenwel eerst door Stilicho te zijn bedwongen. Slechts een grote losprijs had Alarik van de plundering weerhouden in 408 n.C. Nu in 410 plunderden zij Rome. De opvolger van Alarik, de Ostrogoot Athaulf, voerde hen naar Zuid-Gallië. Vandaaruit zouden ze nog terechtkomen in Spanje. Hun hoofdstad was toen Tolosa (Toulouse). In 507 werden ze verdreven door de Franken en de Bourgondiërs. Met de Ostrogoten was het anders verlopen sinds hun onderwerping door de Hunnen. Na verloop van tijd wisten zij zich los te maken van hun overheersers, zodat ze in de tweede helft van de 5e eeuw n.C. opnieuw het Romeinse Rijk konden bestoken. Zij nestelden zich in Pannonia en vielen zowel het Oosten als het Westen lastig. Theodorik werd zelfs koning van Italië (493-526 n.C.). Dit Italische Ostrogotische Rijk eindigde in 555 door het ingrijpen van het Oostromeinse Rijk.