Gepubliceerd op 12-09-2017

Didactische epiek

betekenis & definitie

Didactische epiek - Episch leerdicht.

Na de bloeitijd van het epos in de 9e-8e eeuw v.C. kwam er een periode, waarin de dichter steeds meer het didactische leerdicht ging beoefenen. Hij had de bedoeling zijn toehoorders iets te leren, iets te onderrichten, veel meer dan te vermaken. Het leerdicht dat hij bracht, was een verhaal in dezelfde vorm en metriek als het epos, nl. de hexameter, want er werden nog epen gezongen en de belangstelling hiervoor bestond nog, maar de behandelde stof was veranderd. Aangezien in de vroegste periode van de didactische epiek, nl. in de 8e tot 7e eeuw v.C., de veelvuldige reproduktie van literaire of andere werken nog niet tot de mogelijkheden behoorde, beschouwden de dichters van zulke didactische poëzie zichzelf als een soort leraren, die hun wijze raadgevingen in verzen goten, om ze aldus gemakkelijker te laten memoriseren. De waarheden, die ze voorhielden, werden in de lapidaire vorm van spreekwoorden gegoten of van andere mnemothechische middelen, als b.v. stafrijm, voorzien.

De oudste voorbeelden van didactische epiek zijn de Erga kai Hèmerai van Hesiodos (dat bewaard is gebleven) en de Peri Phuseoos of Over de natuur van Empedokles (dat verloren is gegaan).