Dictator - Opperste leider in buitengewone omstandigheden in Rome (magistratus patricius extraordinarius maior curulis cum imperio).
De dictatuur was in feite een tijdelijk herstel van de koninklijke macht. De aanvankelijke benaming van de dicator was magister populi of praetor maximus.
De benoeming van een dictator had altijd plaats in buitengewone omstandigheden. Over het al dan niet noodzakelijke van deze benoeming oordeelde de senaat. Op bevel van deze instantie gingen de consuls eventueel over tot de benoemingsplechtigheid. Op Romeins gebied (in agro romano) hield de consul na middernacht de auspicia, en benoemde dan, door persoonlijke aanzegging, deze buitengewone magistraat (consul oriens de nocte silentio dicit dictatorem). Benoembaar was strikt genomen elke burger die het ius honorum bezat, maar gewoonlijk beperkte de keuze zich tot een consularis.
De dictator verkreeg zijn imperium ingevolge een lex curiata de imperio in de comitia curiata gestemd. Hij werd voorafgegaan door 24 lictores, zoveel als beide consuls samen, terwijl alle magistraten zijn ondergeschikten waren. In de regel bleef hij zes maanden aan de macht, was niet voor zijn daden verantwoordelijk en daartegen kon zelfs geen beroep op het volk gedaan worden.
In de tijd van de Republiek kwamen twee soorten dicators aan de macht:
a. dictator optimo iure of optima lege, benoemd om een oorlog te voeren (rei gerundae causa) of een opstand te onderdrukken (seditionis sedandae causa); hij was bekleed met het hoogste imperium met volkomen macht en opperste militaire bevoegdheid en daarom droegen zijn lictores de fasces cum securibus intra pomoerium;
b. dictator imminuto iure, die slechts burgerlijke macht had en de consuls voor een welbepaalde opdracht verving, o.a. clavi fingendi causa, comitiorum habendorum causa, legendo senatui enz.
De dictatuur was niet zonder gevaren voor de vrijheid van de burgers. In de 3e eeuw v.C. verving de senaat dan ook deze magistratuur geleidelijk door het senatus consultum ultimum, waardoor dan aan een van de consuls vrijwel dezelfde macht verleend werd. Ingevolge een lex Antonia werd na de moord op Caesar in 44 v.C. de dictatuur definitief afgeschaft.