Gepubliceerd op 12-09-2017

Delphi

betekenis & definitie

Delphi - Oudste en belangrijkste orakelplaats in de Griekse oudheid. Delphi was gebouwd op de zuidelijke hellingen van de Parnassos en speelde reeds een religieuze rol in het midden van het 2e millennium v.C. en het Mykeense tijdvak.

Het voornaamste en heiligste centrum van Delphi was de tempel van Apollo. Het heiligdom bestond uit een temenos, die rondom door een muur ingesloten was. Binnen deze omheining bevonden zich de monumenten, door de Griekse staten gewijd ter herinnering aan belangrijke overwinningen of politieke gebeurtenissen, een twintigtal schathuizen, een klein theater en de hoofdtempel van Apollo, waar de heilige weg naartoe liep.

Vuur verwoestte de originele tempel van Apollo in 548 v.C. Hij werd herbouwd en ingewijd in 510 v.C. Vooral de Alkmaeoniden, die toen in ballingschap in Delphi leefden, hebben financieel bijgedragen en de bouw van deze tweede tempel mogelijk gemaakt. Deze tempel werd in 373 v.C. door een aardbeving verwoest. Men bouwde een nieuw heiligdom met gelden die van overal bijeengebracht werden. De tempel bleef in gebruik tijdens de Romeinse periode en pas keizer Theodosius deed hem sluiten in 390 n.C.

De Pythia of priesteres van Apollo, die de orakels aan de belangstellenden gaf, zat in het adyton of heilige der heiligen, beneden de zuidwesthoek van de tempel (zie Orakels). Daar bevond zich ook de omphalos, de navel of het middelpunt van de wereld, waarvoor de plaats trouwens werd aangezien.

In Delphi zijn belangrijke archeologische vondsten gedaan.

Nawerking: De verminkte Apollo, roman door S. Vestdijk, Rotterdam 1952.