Gepubliceerd op 12-09-2017

Delos

betekenis & definitie

Delos - Klein eiland in het midden van de Kykladen in de Egeïsche Zee.

Volgens de oudste Griekse sagen zou het een drijvend eiland zijn geweest, Ortygia, doch met vier zuilen in de zeebodem vastgeklonken, vanaf het ogenblik dat Leto het betrad en er aan de voet van de berg Apollo en Artemis baarde. Vanaf dat ogenblik heette het Delos en was het een heilig eiland, toegewijd aan Apollo, die er een tempel kreeg en jaarlijkse feestspelen ter zijner ere, bestaande uit zang, dans en wedstrijden (zie Feesten). Toen Theseus naar Kreta trok om de Minotaurus te verslaan, beloofden de Atheners plechtig jaarlijks een heilig gezantschap naar Apollo op Delos te zenden bij de succesrijke afloop van die onderneming.

Gedurende de afwezigheid van het heilige schip uit de haven van de Piraeus, toen dit gezantschap met de offers naar Delos was gebracht, werd de stad Athene in een toestand van ceremoniële zuiverheid gehouden en mocht er dus geen misdadiger ter dood gebracht worden. Daardoor heeft het b.v. weken geduurd vooraleer Sokrates de giftbeker moest drinken na zijn veroordeling einde maart 399 v.C.

Delos werd door de Grieken bevolkt vóór het jaar 1000 v.C., doch zijn eigenlijke geschiedenis begon in de 6e eeuw, toen Peisistratos het in bezit nam om de Kykladen onder controle te krijgen, en na hem Polykrates, tiran van Samos.

Toen er na de overwinning op de Perzen in 478 v.C. een verbond tot onderlinge veiligheid tegen de vijand werd gesticht onder impuls van Aristeides van Athene, werd Delos als centrum en zetel voor de vergaderingen gekozen (zie Delisch-Attische Zeebond). De bondskas groeide aan door de financiële bijdragen, Phoros, van de meeste aangesloten leden. Perikles bracht de kas naar Athene over in 454 v.C. in de tempel van de beschermgodin Athena.

In 426 v.C. werd door Nikias in naam van Athene een vierjaarlijks feest georganiseerd, als een Panatheense plechtigheid en bij de gebruikelijke jaarlijkse feesten kwamen nu wagenrennen op het programma.

Na de Peloponnesische Oorlog in 404 v.C. verloor Athene zijn controle op Delos tot op het ogenblik dat het zijn tweede Zeebond oprichtte in 378 v.C. De Atheners reorganiseerden de administratie van de tempels op Delos onder toezicht van amphiktionen. Bij het einde van de 4e eeuw v.C. ging Athenes zeemacht verloren en derhalve ook de greep op Delos. Onder de Diadochen was Delos een vrije stadsstaat. De tempel van Apollo werd beheerd door plaatselijke hieropoioi, die verantwoordelijk waren tegenover de archont, als hoofd van de staat.

Op economisch gebied is Delos zeer belangrijk geweest, vooral dankzij de ligging en de bouw van een handelshaven, naast de heilige haven, waar de schepen met de gezantschappen aanlegden en dit vanaf de klassieke periode, begin 5e eeuw, onder de diadochen en Rome tot het begin van de le eeuw v.C. Het is altijd een voorname slavenmarkt geweest en de belangrijkste marktplaats voor de verhandeling van graan in het Egeïsche gebied tijdens de hellenistische periode.

De hoogste bloeitijd brak aan na 166 v.C. toen de Romeinen van Delos een vrijhaven maakten (er hoefde geen belasting betaald te worden op de verhandeling van goederen) zodat Rhodos verdrongen werd van zijn positie als belangrijkste centrum voor de doorvoerhandel in de Middellandse Zee.

Aan de bloeiende welvaart door de handel kwam voor Delos echter spoedig een einde. Archelaus, een generaal van Mithridates van Pontos, plunderde het in 88 v.C. In 69 v.C. werd het verwoest door zeerovers, want het was nu een Romeinse basis, en de burgers werden als slaven meegevoerd. Kort daarop zegevierde Pompeius in de piratenoorlog, doch van wederopbloei was geen sprake meer. Andere havens hadden de taak van Delos overgenomen.