Gepubliceerd op 12-09-2017

Comitia curiata

betekenis & definitie

Comitia curiata - Oudste en tot de, aan Servius Tullius toegeschreven hervorming enige volksvergadering te Rome met wetgevende, rechterlijke en kiesbevoegdheid.

Aanvankelijk voorgezeten door de koning, zo nodig door de tribunus celerum (zie Tribuni) vervangen, werden zij, na de val van de koningen, door de consules geleid of door een van de buitengewone magistraten (zie Magistratus), die tijdelijk de consuls dienden te vervangen.

Zij vergaderden op het comitium, waar zij nominatim door praecones werden samengeroepen. De stemming had [/]curiatim plaats (zie Curiae); de volgorde van het bekendmaken van de stemming werd door het lot (sortitio) bepaald. De eerste curia, door het lot aangewezen, heette curia principium. Aangezien er 30 curiae vergaderden, bedroeg de volstrekte meerderheid bij de stemming 16. Of al dan niet de clientes en de plebs toegang hadden, is van minder belang, daar patricii tezamen met hun clientes numeriek sterker waren dan de plebs, en bovendien geen enkel volksbesluit zonder goedkeuring van de senatus waarde had. In feite immers had de plebs pas zitting in de senaat in 400 v.C.

Voor de geschreven wetgeving bestond de wetgevende bevoegdheid van de comitia curiata in feite uit een goed- of afkeuring van alle maatregelen van gewicht, inzonderheid van deze, die wijzigingen in de staatsorde wensten aan te brengen. In dit verband kan vermeld worden: het recht van vrede en oorlog, de verlening van het burgerrecht (civitates optimo of minuto iure), de adrogatio en de lex curiata de imperio. Haar kiesbevoegdheid omvatte vooral de creatia regis, waartoe zij door de interrex werden bijeengeroepen. Bovendien verleenden zij aan bepaalde magistraten het imperium.

In rechtszaken waren zij bevoegd in bepaalde criminele aangelegenheden en als instantie van tweede aanleg. Ten voordele van de comitia centuriata boetten zij al spoedig vele van haar bevoegdheden in.

< >