Een citroen is zuur van smaak, omdat deze vrucht een bepaald zuur bevat. De wetenschap heeft in de loop der jaren talrijke soorten zuren ontdekt.
Azijn is zo’n zuur; andere zuren worden aangetroffen in appels, kersen en in verscheidene andere fruit- en voedselsoorten.De zuren in ons voedsel zijn alle zwak en hebben als enig resultaat, dat ze de smaak van ons voedsel verbeteren. Er zijn echter ook sterke zuren, die zeer gevaarlijk kunnen zijn. Deze soorten kunnen de huid aantasten en brandwonden veroorzaken; ze kunnen onze kleding stukbijten en ze zijn in sommige gevallen zelfs in staat om metaalsoorten op te lossen.
Sterke zuren worden in de industrie gebruikt voor velerlei doeleinden. Heel bekende, sterke zuren zijn zwavel-, zout- en salpeterzuur.
Maagzuur bestaat voor het grootste gedeelte uit zoutzuur. Het is echter zo sterk aangelengd met water, dat het de maagwand niet kan beschadigen.
Een groot aantal scheikundige stoffen behoort tot de groep der zuren. Een andere
groep is die van de basen. Basen hebben een werking, die tegengesteld is aan die van de zuren.
Bekende basen zijn kalkwater, ammoniak en loog.
Sommige basen, zoals loog, hebben een sterke werking. Evenals sterke zuren dienen ook sterke basen met omzichtigheid behandeld te worden. Basen worden ook wel eens ‘alkaliën’ genoemd. Ze worden ondermeer gebruikt voor de vervaardiging van zeep. Zuren en basen zijn ‘tegengestelde chemicaliën’; ze heffen elkaars werking op. Op die wijze kunnen basen bijvoorbeeld gebruikt worden om de schadelijke werking van zuren tegen te gaan. Als een zuur en een base worden bijeengevoegd, ontstaat een stof, die tot een derde groep scheikundige stoffen behoort: die van de zouten.