Het woord ‘rhododendron’ stamt oorspronkelijk uit het Grieks
en betekent letterlijk ‘rode boom’. Rhododendrons zijn struiken, die in enkele gevallen wel eens de hoogte van een boom bereiken. Ze dragen soms rode bloemen en hebben bladeren, die nooit afvallen.
In het wild wordt de rhododendron vooral aangetroffen op de hellingen van gebergten, in Europa, Azië en Amerika.
Tegenwoordig wordt de rhododendron ook veel gekweekt en uitgeplant in tuinen. Voor de gekweekte soorten is de naam niet helemaal juist meer, want behalve rode bloemen dragen veel gekweekte soorten ook bloemen in verscheidene andere kleuren.