De bewoners van het oude Griekenland meenden, dat de aarde vlak was. Onder de oppervlakte, zo geloofden ze, lag een geheimzinnig rijk waar de zielen van de afgestorvenen na de dood terecht kwamen.
Dit rijk noemden de Grieken ‘Hades’ naar de naam van de god, die in dit rijk de scepter zwaaide. In de Romeinse mythologie ^godenleer) droeg deze zelfde god de naam Pluto. Door Hades, zo geloofde men verder, stroomde de rivier Styx. Om Hades te kunnen betreden moesten de zielen van de doden de Styx oversteken. Op de oever van de Styx woonde daarom de veerman Charon, die de zielen naar de overzijde roeide. Hades werd bewaakt door de veelkoppige hond Cerberus, die aan de ingang op wacht lag om te voorkomen dat iemand uit Hades ontsnapte.