Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

ELFSTEDENTOCHT

betekenis & definitie

Een van de spannendste vragen die echte ijssportliefhebbers iedere winter weer bezighoudt, is: zal de Elfstedentocht dit seizoen doorgaan? De toestand van het ijs wordt met argusogen bekeken; weerberichten worden zorgvuldig uitgeplozen en bij het naderen van een nieuw koufront worden in tal van Nederlandse gezinnen de ‘hardlopers’ tevoorschijn gehaald en opnieuw geslepen. Want de Friese Elfstedentocht is een evenement, dat een schaatsliefhebber zich slechts node laat ontgaan.

Voorzover bekend waren er in de 17e eeuw al Friezen, die per schaats de (eendaagse) tocht langs de ‘elf steden’ maakten; langs Leeuwarden, Dokkum, Franeker, Harlingen, Bolsward, Workum, Hindelopen, Stavoren, Sloten, Ijlst en Sneek. Gedurende de 18e en een groot deel van de 19e eeuw raakte deze onvervalst Friese traditie echter in onbruik. Zij werd echter opnieuw populair in de strenge ‘ijswinter’ van 1890 en 1891, toen vele honderden rijders zich op het ijs begaven om de tocht te maken. Een van die rijders was de Nederlandse sportpionier W.J.H. (‘Pim’) Mulier. De vreugde die hij eraan beleefde, vergat hij niet. En toen hij kort na de eeuwwisseling een hoge functie in de Nederlandse sportwereld had bereikt, nam hij het initiatief om de Elfstedentocht in geheel Nederland bekendheid te geven.Muliers inspanningen waren niet tevergeefs. In 1909 besloot de Friese Ijsbond zijn plan uit te voeren. Ze schreef officieel een ‘Elfstedentocht’ uit, waaraan 22 rijders deelnamen. Negen ervan reden de monsterrit uit; de snelste tijd werd gemaakt door M. Hoekstra uit Warga, die 13 uur en 50 minuten na de start te Leeuwarden in Sneek arriveerde. Dat eerste succes leidde tot oprichting van de Friese Elfstedenvereniging, die voortaan elke goede ijswinter benutte om deze unieke tocht uit te schrijven.

Tegenwoordig is de Elfstedentocht gesplitst in twee afdelingen. Een voor toerrijders, die alleen voor hun plezier schaatsen . en er slechts op uit zijn de bijna 200 kilometer lange tocht uit te rijden; en een voor wedstrijdrijders, waarin het voornaamste doel is de snelste tijd te maken en het eerste aan te komen.

Omdat het ijs niet elk jaar even goed is, slaat de Elfstedentocht wel eens een of meer jaren over. Afhankelijk van de ijstoestand kan de tocht bovendien ‘om de noord’ of ‘om de zuid’ gereden worden. ‘Om de noord’ betekent, dat na de start in Leeuwarden Dokkum de eerste pleisterplaats is; bij een tocht ‘om de zuid’ is dat Sneek.

De winnaars van de tot nu toe gehouden Elfstedentochten waren:

1909: M. Hoekstra Azn.
1912: C. de Koning
1917: C. de Koning
1929: Karst Leemberg
1933: A. de Vries en S. Castelein
1940: A. Adema, D. van der Duin, C. Jongert, P. Keyzer en S. Westra
1941: A. Adema
1942: S. de Groot
1947: J. van Hoorn
1954: J. van den Berg
1956: de rijders Nauta, Verhoeven, Wijnhout, De Koning en Van der Hoorn besloten na de gedeelde ontberingen tijdens de barre tocht gezamelijk over de finish te gaan; geen winnaar.
1962: R. Paping

< >