Bij het woord ‘dwerg’ denken we meestal aan de lieve sprookjes, die we in onze jeugd gehoord hebben. Er zijn echter ook échte dwergen: gewone mensen, die door een of ander lichamelijk gebrek niet groeien kunnen en volwassen worden zonder dat ze groter worden dan enkele tientallen centimeters.
Wat de oorzaak is van het ontstaan van dwergen (of lilliputters, zoals ze ook wel eens genoemd worden) is nog steeds niet helemaal bekend. We weten alleen, dat het niet functioneren van bepaalde klieren verantwoordelijk is voor het onvermogen van een mens om groter te worden dan een kind.
In het verleden traden menselijke dwergen (er zijn namelijk ook lilliputters in de dieren- en zelfs in de plantenwereld) heel vaak op als narren aan het hof van koningjijt en keizers. Ze werden verondersteld bijzonder knap te zijn; vooral in het bedenken van grappen en grollen.
Een van de beroemdste dwergen uit de geschiedenis was de Amerikaan ‘generaal Tom Thumb’. Zijn werkelijke naam luidde Charles Stratton; hij werd onder zijn bijnaam pas bekend toen hij in dienst kwam van circuskoning P.T. Barnum. Stratton was iets meer dan een meter lang en woog nog geen 32 kg. Een beroemde Engelse dwerg, Jeffrey Hudson, was nog veel kleiner; hij werd niet groter dan 46 cm en maakte deel uit van de hofhouding van de Engelse koning Karel I. In onze moderne tijd hoeven dwergen niet meer als narren of circusartiesten op te treden om hun brood te verdienen.
Behalve in de filmwereld zijn er talloze functies voor hen in de moderne industrie; er zijn tal van werkzaamheden, die uitsluitend door zéér kleine mensen verricht kunnen worden. Dat is ook gebleken tijdens de Tweede Wereldoorlog toen alleen dwergen in staat waren werkzaamheden uit te voeren in bepaalde vliegtuigruimten, waarin geen normaal mens een plaats kon vinden.