(College van Burgemeester en Wethouders) Het bestuur van een modern land als Nederland is een veelomvattende taak, die onmogelijk door een handjevol mensen vervuld kan worden. Zeker niet als men bedenkt, dat het plaatsen van een lantaarnpaal aan de rand van Broek in Waterland evengoed tot de bestuurstaken hoort als het sluiten van een handelsovereenkomst met Uruguay.
Om het Nederlandse bestuursapparaat niet te zwaar te belasten, zijn de taken verdeeld. Zaken die het gehele land betreffen, worden behartigd door de besturende organen van de Staat (Koningin en ministers); problemen, die van belang zijn voor een streek, zijn in handen van het besturend orgaan van de Provincie (Commissaris van de Koningin en Gedeputeerde Staten) en gemeentekwesties worden behandeld door het besturend orgaan van een gemeente.
Dat gemeentelijke bestuursorgaan wordt gevormd door het College van Burgemeester en Wethouders, meestal afgekort tot B & W. Het bestaat uit de burgemeester, die door de Kroon wordt benoemd, en uit een of meerdere wethouders, die gekozen worden uit en door de Gemeenteraad. B & W zorgen voor het dagelijks bestuur van de gemeente. Ze kunnen daarbij echter niet op eigen houtje te werk gaan. Van hun daden moeten ze verantwoording afleggen aan de Gemeenteraad (die door de gemeentenaren gekozen wordt) en voor hun plannen hebben ze, behalve van de Gemeenteraad, óók toestemming nodig van het provinciale bestuursorgaan; welk laatste (zo nauw grijpen alle bestuursraderen in elkaar) weer ondergeschikt is aan Koningin en ministers.