(354 - 430) Augustinus wordt beschouwd als een van de vier grote kerkleraren van het Christendom. Zijn theologische werken, schrift- en psalmverklaringen hebben veel bijgedragen tot verduidelijking van de christelijke leer en het leven van studie en gebed, dat hij gedurende een deel van zijn leven met enkele vrienden leidde, is het patroon geworden voor verscheidene kloosterregels.
Augustinus (die eigenlijk Augustinus Aurelius heette) werd geboren in de Noordafrikaanse stad Tagaste als zoon van de heiden Patricius en de christin Monica. Als jongeman trok hij naar Rome, waar hij zich na hevige innerlijke strijd bekeerde tot het christendom. Later keerde hij naar Tagaste terug, waar hij op het landgoed van zijn familie, tesamen met enkele vrienden, een leven van studie en gebed leidde. In 391 werd hij tot priester gewijd en in 396 volgde hij Valerius op als bisschop van Hippo, eveneens in Noord-Afrika. Behalve door zijn talrijke geschriften en (opgeschreven) preken kenmerkte zijn episcopaat zich door zijn felle en succesvolle strijd tegen verscheidene dwaalleraren. Hij stierf in 430; na enkele omzwervingen werd zijn stoffelijk overschot tenslotte begraven in Pavia.