Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 26-07-2017

routine

betekenis & definitie

(de; g.mv.) SP 1 - ritueel van terugkerende gebaren en handelingen dat een golfer doorloopt voordat hij slaat.

• Een paar voorbeelden van routines die een speler als voorbereiding op de slag en swing (‘swingroutine’) zoal uitvoert 1. van het ene op het andere been ‘wiebelen’, alsof hij hoognodig een plas moet doen; 2. naar de bal kijken, dan in de richting kijken waar de bal naartoe moet en dat wel twintig keer, ook tijdens het putten; 3. eerst de ene en dan de andere broekspijp bij de knie optrekken; 4. een backswing maken, maar bovenaan stoppen en naar de handen kijken, en dat wel vier of vijf keer; je vraagt je dan af of ze ooit nog die bal zullen slaan! 5. steeds opnieuw de handen op de grip plaatsen; 6. een paar keer de billen achteruit steken en dan het bekken weer terugkantelen; 7. de voeten bij elkaar plaatsen en weer spreiden; 8. de club optillen en heen en weer over de bal zwaaien; 9. een aantal keren direct achter elkaar een volledige cirkel met de club zwaaien; 10. afwisselend op de tenen en op de hielen gaan staan, of alleen de tenen op en neer bewegen. (COLLJ)

2 - vaardigheid, vlugheid, door gewoonte verkregen; iets op routine doen; hij heeft de routine van de swing aardig door.