Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 14-07-2017

cross-handed grip

betekenis & definitie

(de; g.mv.) - (ongebruikelijke) manier om de stok vast te houden (meestal bij het putten) waarbij de linkerhand aansluitend onder de rechter wordt geplaatst; andersom voor een linkshandige speler, syn. reverse grip.

• De cross-handed grip wordt ook wel gekscherend als ‘andersomgrip’ omschreven, als letterlijke vertaling van reverse grip. En de greep werd vooral vroeger nog wel eens de Sewgolum grip genoemd, naar de uit India afkomstige Afrikaanse professional Sewsunker 'Papwa' Sewgolum (1930-1978), die er in 1959, 1960 en 1964 het Dutch Open mee wist te winnen. Ook oud proftennisser Tom Okker hanteert deze onorthodoxe grip op de golfbaan. (JALUI)

Herkomst: Eng. cross handed (met gekruiste handen) + grip.

→ honkbalgrip, overlapping grip, interlocking grip, reverse overlapping grip, Vardon grip